Amsterdam: Diamantslijperij Asscher

Artikel

In de Tolstraat op nummer 127 staat het gebouw van diamantslijperij Asscher uit 1907, van architect G. van Arkel (1858-1919), tevens ontwerper van de vroegere Diamantbeurs op het Weesperplein. Rondom de Tolstraat, een buurt met welsprekende straatnamen als Diamant-, Saffier- en Smaragdstraat, woonden de arbeiders van de fabriek. De Koninklijke Asscher Diamant Maatschappij, opgericht in 1854, had begin 20e eeuw een internationale reputatie.

Kort na de inwijding van het Tolstraatgebouw kregen de broers Abraham en Joseph Asscher van de Engelse koning opdracht de gigantische Cullinan te kloven; de Cullinan 1 en 2, de twee grootste diamanten ter wereld, zijn thans te bezichtigen in de Imperial State Crown en de Imperial Scepter in The Tower in Londen.

Abraham Asscher (1880-1950) zag zich als werkgever lijnrecht geplaatst tegenover Henri Polak, de voorzitter van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkers Bond (ANDB), met wie hij moest onderhandelen over de arbeidsvoorwaarden. Maar de heren konden goed met elkaar overweg. Henri Polak stelde: 'Als Bram en ik iets afspreken hebben we geen contract nodig, dan houdt iedereen zich daaraan.'

Abraham Asscher was ook actief voor een groot aantal Joodse organisaties en als liberaal politicus. In de Tweede Wereldoorlog gaf hij samen met professor David Cohen leiding aan de door de Duitsers ingestelde Joodse Raad. Op zijn kantoor in de Tolstraat vond op 13 februari 1941 de eerste vergadering plaats van de Joodse Raad. Thans gebruikt diamantslijperij Asscher nog slechts enkele etages in de zijvleugel van het gebouw; deze vertrekken zijn niet voor het publiek toegankelijk