Amsterdam: Begraafplaats Zeeburg

In 1714 nam de Hoogduits-Joodse gemeente de begraafplaats Zeeburg in gebruik. De begraafplaats Muiderberg, uit 1642 bleek wegens de enorme groei van de Joodse bevolking in Amsterdam niet afdoende. Zeeburg was vooral bestemd voor arme Joden die geen graf konden betalen. Tevens begroef men er personen die op vrijdag, op een Joodse feestdag of de dag ervoor waren overleden. De tocht naar de begraafplaats in Muiderberg vond plaats per paard, wagen en trekschuit. Dat was zó tijdrovend dat men onmogelijk bijtijds terug kon zijn voor de sjabbat of feestdag. Maar Zeeburg lag vlakbij de stad. Tussen 1714 en 1942 werden hier circa 100.000 mensen begraven.
Na de Tweede Wereldoorlog raakte deze begraafplaats in vergetelheid. In 1956 verkocht het kerkbestuur een gedeelte aan de gemeente Amsterdam in het kader van de aanleg van de Flevoweg, waarna een groot aantal graven naar begraafplaats Diemen werd overgebracht. Het resterende deel van de begraafplaats maakt nu onderdeel uit van het Flevopark.
Schrijver/journalist Boudewijn Büch in Het Parool (18 juni 1982): 'Op een zomerse dag loop ik vanuit het eigenlijke Flevopark door een stenen poort Zeeburg op. Deze mooie poort is niet de oude ingang van het kerkhof. Het zogenaamde 'Hekkepoortje' stond tot 1898 aan de opgang van de brug die over de tegenwoordige Singelgracht ligt. Het poortje werd in 1938 herbouwd op de plaats waar het nu staat. De 'voormalige Israëlietische Begraafplaats Zeeburg' bestaat tegenwoordig uit drie delen waar openstaande smeedijzeren hekken naar toe leiden. Het is warm als ik door het hoge gras loop. Overal liggen mensen, soms op oude zerken, de zon te aanbidden. Er wordt zelden of nooit gemaaid op Zeeburg; het zou ook nauwelijks kunnen want de maaimachine of zeis zou stukslaan op de duizenden stenen en steenbrokken die overal in het gras - op moerassige plekken zelfs in het riet - liggen.'
Naar aanleiding van dit artikel besloot de gemeente Amsterdam begraafplaats Zeeburg te renoveren.
