Amsterdam: Gebouw Boas-diamantslijperij

Artikel

Het gebouw van de voormalige diamantslijperij Boas in de Nieuwe Uilenburgerstraat 173-175 is een monument van de Joodse diamantindustrie. In de 19e eeuw was de diamantindustrie een van de belangrijkste bedrijfstakken van Amsterdam. Er werkten vanouds veel Joden omdat het diamantvak, ook voor de burgerlijke gelijkstelling in 1796, geen gilden kende en voor hen dus vrij toegankelijk was. De Kaapse Tijd (1870-1880: exploitatie nieuwe mijnen in Zuid-Afrika) was de bloeiperiode voor de Amsterdamse diamantindustrie.

Het bedrijf van de gebroeders Boas op de Nieuwe Keizersgracht groeide uit zijn voegen. In 1879 vestigde het zich aan de Nieuwe Uilenburgerstraat en was meteen Amsterdams grootste diamantslijperij: bij aanvang werkten er 357 slijpers, 122 verstellers, 142 leerlingen en 52 loopjongens. Ook in deze fabriek waren de arbeidscondities niet bepaald ideaal. In 1894 brak in de bedrijfstak een grote staking uit die resulteerde in de oprichting van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkers Bond (ANDB).

In de jaren dertig van de 20e eeuw trof de grote crisis ook de diamantindustrie. Veel diamantbewerkers vertrokken naar Antwerpen om daar hun geluk te beproeven. Tijdens de oorlog werd de fabriek door de Duitse-bezetters overgenomen en vervolgens geliquideerd. Pas eind 20e eeuw herkreeg het gebouw zijn oude functie: Samuel Gassan, een Joodse diamanthandelaar, nam het pand over. Hoewel bij Gassan Diamonds nog een aantal slijpers werkt, ligt de nadruk op de verkoop van diamanten aan vooral buitenlandse toeristen.