Amsterdam: Plancius
Plancius aan de Plantage Kerklaan werd in 1876 gebouwd als sociëteitsgebouw van de Joodse zangvereniging 'Oefening Baart Kunst'. Op de gevel van dit neoclassicistische gebouw prijkt een davidster.
Eind 19e eeuw was Plancius een populaire gelegenheid voor concerten, toneeluitvoeringen, feesten en partijen. De zangvereniging en de Amsterdamse Orkestvereniging gaven er concerten in de grote zaal en in de Wintertuin, een ruimte die het midden hield tussen een café en een palmenkas. Men organiseerde er bijvoorbeeld op joodse feestdagen synagogediensten en politieke bijeenkomsten van sociaal-democraten en vakbeweging. Alle destijds befaamde Nederlandse socialisten traden er voor het voetlicht: Domela Nieuwenhuis, Pieter Jelles Troelstra en Henri Polak.
Rond 1900 begon de neergang van Plancius; de functie was door nieuwe gebouwen in de stad overgenomen. In 1913 werd het gebouwd verkocht en omgebouwd tot moderne taxicentrale. In de jaren negentig kreeg het gebouw opnieuw een culturele functie, toen alternatieve mime- en dansgezelschappen zich op de bovenverdieping vestigden. Sinds 1 mei 1999 huist het Verzetsmuseum in Plancius.