Amsterdam: Monument Joodse Jongensweeshuis

Artikel

Een lint van steen aan de Amstel, niet ver van het huidige Muziektheater, memoreert de bijna honderd kinderen en drie verzorgers van het Joodse jongensweeshuis Megadlé Jethomiem die in maart 1943 door de Duitse bezetter op transport zijn gezet naar het concentratiekamp Sobibor. Megadlé Jethomiem (De Opvoeders van Wezen) werd in 1738 opgericht door de Hoogduitse gemeente. Aanvankelijk betaalde het weescollege voor voedsel, kleding en onderwijs van de jongens die in Joodse gezinnen opgroeiden, maar toen in de 19e eeuw de opvang terugliep, bleek een weeshuis noodzakelijk.

Het eerste huis opende in 1836 aan de inmiddels verdwenen Zwanenburgerstraat. In 1865 werd het nieuwe weeshuis aan de Amstel geopend, op de hoek van de Zwanenburgerstraat, naar een ontwerp van Cornelis Outshoorn (1810-1875), tevens architect van het Amstel Hotel.

De weesjongens hadden bijzondere taken in de Joodse gemeenschap. Zo liepen ze bij de begrafenis van een overleden regent voor de baar en zeiden ze het kaddisj-gebed op voor de kinderloze contribuanten van het weescollege. Na de Tweede Wereldoorlog fungeerde het weeshuis als vertrekpunt voor jongens op weg naar Israël. Het gebouw aan de Amstel is verkocht en uiteindelijk in 1977 gesloopt.