Amsterdam: de Dokwerker

Artikel

Op het Jonas Daniël Meijerplein staat de Dokwerker, een sculptuur van Mari Andriessen ter herinnering aan de Februaristaking, onthuld door Koningin Juliana in 1952. De Februaristaking was het eerste grote protest van de Nederlandse bevolking tegen het antisemitisme en de terreur van de Duitse bezetter. De staking brak uit na de eerste razzia's in Amsterdam op 22 en 23 februari 1941, waarbij 425 jonge Joodse mannen op transport werden gezet naar het concentratiekamp Mauthausen, waar zij vrijwel allen zijn omgekomen.

De razzia's waren met name de represaille voor de gebeurtenissen in ijssalon Koco van de Duits-Joodse vluchtelingen Cahn en Kohn in de Van Woustraat: bij een bestorming van de zaak kreeg de Grüne Polizei ammoniak in het gezicht gespoten. Initiatiefnemer van de staking was de illegale communistische partij. Deze Communistische Partij van Nederland, de CPN, schreef het befaamde manifest 'Staakt, staakt, staakt!!!', dat in de vroege ochtenduren van 25 februari onder vele Amsterdamse bedrijven werd verspreid.

Overal in de hoofdstad legde men het werk neer: bij het openbaar vervoer, de gemeentelijke diensten, de scheepsbouw, de metaalbedrijven in Amsterdam-Noord. Ook een grootwinkelbedrijf als De Bijenkorf sloot zijn deuren. Een dag later sloeg de staking over naar omringende steden. De Duitse bezetter brak de staking met harde maatregelen. Jaarlijks herdenkt men de Februaristaking op 25 februari bij de Dokwerker.