10 jeugdboeken

test
Vanaf ongeveer 15 jaar
Sterrenkinderen verscheen al in 1946 en is een van de eerste literaire werken over de oorlogsjaren. Asscher-Pinkhof overleefde zelf de oorlog en beschrijft de ervaringen van Joodse kinderen tijdens de vervolging.
Het boek is opgebouwd in vijf delen: van Amsterdam (Sterrenstad) tot Westerbork (Sterrenwoestijn) en uiteindelijk Bergen-Belsen (Sterrenhel). De kinderen in het boek zijn naamloos, waardoor hun verhaal staat voor dat van zovelen. In het laatste hoofdstuk worden 222 Joodse gevangenen bevrijd via een uitwisseling (uitverkoren sterren).
Vanaf ongeveer 10 jaar
Maria groeit op in een Sinti-familie. In het begin lijkt de oorlog ver weg, maar langzaamaan wordt hun bewegingsvrijheid ingeperkt. Ze moeten onderduiken, maar ook daar zijn ze niet veilig. Maria’s familie wordt uiteindelijk gearresteerd en gedeporteerd. Maria weet zich te verstoppen, in de hoop haar familie terug te zien.
Lydia Rood besteedt aandacht aan de cultuur van de Sinti, zoals muziek, taal en tradities. Daarmee leren lezers niet alleen over de vervolging, maar ook over het leven van een minder bekende groep. Boeken over de Porajmos zijn schaars, en dit verhaal verdient daarom extra aandacht.
Vanaf ongeveer 11 jaar
Vier vrienden in Vught groeien uit elkaar door de oorlog. De ouders van Lex zijn aanhangers van de NSB, Roos en Simon zijn Joods en Peter’s vader zit in het verzet. Lex schaamt zich voor zijn ouders en wil Roos helpen. De familie van Roos duikt onder, maar wordt verraden. Via geheime brieven en haar dagboek blijft Roos contact houden met Lex. Uiteindelijk wordt zij gedeporteerd naar Sobibor.
Het boek laat verschillende rollen en perspectieven in een vriendengroep zien tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Vanaf ongeveer 10 jaar
Laila, een 11-jarig meisje gevlucht uit Syrië, woont met haar familie in een vluchtelingenkamp. Tijdens een schoolproject helpt ze meneer Cohen, een oudere Joodse man, met het opruimen van zijn zolder. Ze vindt brieven van Mia, een Joods meisje uit de oorlog. In de brieven beschrijft Mia haar leven tot eind 1942. Laila wil weten wat er met Mia is gebeurd. Hoewel Laila en meneer Cohen op talrijke punten van elkaar verschillen, komen ze tijdens hun zoektocht naar het verhaal van Mia erachter dat ze toch veel met elkaar delen.
Vanaf ongeveer 10 jaar
Twaalf waargebeurde verhalen uit de Tweede Wereldoorlog, herschreven voor kinderen. De bundel geeft een breed beeld van ervaringen, van Joodse kinderen en Sinti tot verzetsmensen en kinderen in Nederlands-Indië. Elk verhaal wordt aangevuld met achtergrondinformatie, ook over het leven na 1945.
Verzetsmensen, kind van collaborateurs, hongertochten, leven in een Jappenkamp, onderduiken en nog veel andere ervaringen komen aan bod in de twaalf hoofdstukken.
Vanaf ongeveer 10 jaar
Max moet onderduiken en hij neemt zijn kat Sabel mee. Als ze worden opgepakt, komen Max en zijn moeder in Kamp Vught terecht. Daar worden ze van elkaar gescheiden. Max zet zijn verbeeldingskracht in om te kunnen overleven, maar hij kan de realiteit steeds minder verhullen. Hij zoekt een nieuw baasje voor Sabel, omdat hij weet dat de kat niet mee mag als hij op transport wordt gezet.
De hoofdstukken wisselen tussen het leven in Amsterdam en het leven in het kamp. Hierdoor krijg je als lezer een beeld van de beladen sfeer van het dagelijkse leven in bezet Amsterdam met de anti-Joodse maatregelen.
Voor ongeveer 10 t/m 13 jaar
In Oorlog in inkt staan veertien dagboekverhalen van kinderen die de oorlog meemaakten. Elk hoofdstuk bevat uitleg over de context en een verklarende woordenlijst.
Hoe was het om kind te zijn toen de Tweede Wereldoorlog in Nederland uitbrak? Wat hebben Joodse kinderen ervaren die bij onbekende gezinnen moesten onderduiken? En wat hebben kinderen in Nederlands-Indië meegemaakt toen de Japanners de voormalige Nederlandse kolonie bezetten? De verhalen zijn los te lezen en goed bruikbaar in het onderwijs.
Voor 9 t/m 12 jaar
In korte hoofdstukken vertelt Arend van Dam over mensen die tijdens de bezetting keuzes maakten die levens veranderden. Denk aan verzetsvrouw Hannie Schaft, Engelandvaarders, of Henriëtte Pimentel, die hielp Joodse kinderen te redden. De verhalen geven een gevarieerd beeld van de oorlogsjaren.
Elk verhaal is in dialoogvorm geschreven, dit brengt de personages dichter bij de lezer en helpt hun gevoelens, worstelingen en gedachtewereld beter te begrijpen. De illustraties van Alex de Wolf versterken de beleving.
Vanaf ongeveer 9 jaar
Joop en Kees zijn vrienden, maar de oorlog drijft hen uiteen. De ouders van Kees zijn NSB’ers, terwijl Joops familie onderduikers opvangt. De oorlog beïnvloedt hun leven op school, thuis en op straat. Zijn Joodse klasgenootje verdwijnt, en ook de onderduikers brengen spanningen met zich mee.
Het verhaal beschrijft de complexe houding tussen mensen tijdens de Duitse bezetting van Nederland. Het helpt kinderen te begrijpen dat niet alles zwart-wit, goed of fout was tijdens de bezetting.