NHm vertelt: Ellen Santen

Artikel

Gemengd huwelijk
Ellen Santen werd geboren als dochter van de Joodse Sal Santen (1915-1998) en de niet-Joodse Bep Blaauw (1914-1993). Haar vader streed zijn hele leven voor rechtvaardigheid, ook voor de Tweede Wereldoorlog was hij al politiek actief in de trotskistisch-socialistische beweging. De stiefvader van haar moeder was de revolutionair-socialist Henk Sneevliet.

Het Verzet en de Tragedie van de Sneevliet Familie
Tijdens de Duitse bezetting sloot Sal Santen zich aan bij verzetsgroep Gerretsen, die onder meer persoonsbewijzen vervalste en onderduikplekken regelde. In 1941, inmiddels werkloos, kreeg hij een oproep voor de werkverruiming (voorheen werkverschaffing) en werd op verschillende plekken tewerkgesteld. Zijn schoonvader, Henk Sneevliet, was ook actief in het verzet, maar werd verraden en op 13 april 1942 gefusilleerd. Diens vrouw Mien Sneevliet-Draaijer werd opgepakt en weggevoerd naar Ravensbrück. Ellen Santen's grootouders van vaderszijde, Barend en Sientje Santen-Menko, werden naar Auschwitz gedeporteerd. De broer van haar vader, Maurits Santen, werd in Sobibor vermoord.

Overleven in tijden van oorlog
In januari 1944 werd Sal Santen tewerkgesteld op Schiphol-Oost, en later in het Amsterdamse Bos, waar kort na Dolle Dinsdag (5 september 1944) het werk stopte. Hij overleefde de oorlog dankzij zijn gemengde huwelijk. Na de oorlog kreeg Ellen Santen er nog een broertje en een zusje bij. Haar vader bleef nog zo’n twintig jaar onverminderd politiek actief, maar wijdde zich vanaf 1967 uitsluitend nog aan het schrijven. Zijn boeken, over met name zijn familie en het vooroorlogse Joodse leven in Amsterdam, droeg hij op aan zijn vrouw en kinderen.

"Als het over de oorlog ging, had ik altijd het gevoel, dat is het verhaal van mijn vader. Ik realiseerde me later pas dat het ook mijn verhaal is."

Ellen Santen

Trots en verdriet
Al jong wist Ellen Santen dat zij trots moest zijn op haar (stief)grootvader, verzetsman Henk Sneevliet, en op de vele andere verzetsdoden. Haar grootmoeder Mien Sneevliet gaf haar in 1958 het boek Voor vrijheid en socialisme, een gedenkboek van het Sneevliet Herdenkingscomité, en schreef daarin: 'Voor Ellen, Op haar achttiende verjaardag. Laat de moed van onze dapperen je ten voorbeeld zijn! Oma Mien'. Over het verdriet om de vermoorde Joodse familie werd thuis nauwelijks gesproken.

Joodse identiteit
In 1980, op haar veertigste, besloot zij haar Joodse achtergrond en identiteit te onderzoeken. Ze publiceerde daarover in 1983 het boek Aan twee minuten heb ik niet genoeg. Op zoek naar mijn joodse oorsprong. In die periode sloot zich aan bij Blanes, een in de jaren tachtig opgerichte progressieve Joodse vereniging die Joodse culturele en politieke activiteiten organiseerde. Zij ontmoette er gelijkgestemden en maakte vrienden. Het Joods-zijn werd daardoor voor haar veel lichter. 'Ik heb me altijd joods gevoeld, [...] maar het was altijd gerelateerd aan de oorlog. En nu doe ik mee met de joodse vrouwen, gaan we samen dingen ondernemen, joodse feestdagen vieren met elkaar, Chanoeka, seideravonden...’

Door de ontmoetingen bij Blanes besloot ze ook te gaan zingen in een Jiddisj koor.

NHm vertelt: Ellen Santen

Bekijk hier het interview met Ellen Santen

Op 1 december 2021 sprak Ellen Santen bij de onthulling van een struikelsteen ter nagedachtenis aan haar overgrootmoeder Sara Santen-van West, die in Sobibor is vermoord. Haar toespraak is hier terug te lezen.

Ellen Santen heeft twee dochters. Zij gaf jarenlang les op een Montessorischool in Amsterdam, was daarna verbonden aan het volwassenonderwijs en vervulde daar tot haar pensioen een leidinggevende functie.

Ellen Santen spreekt naar aanleiding van het project Tewerkgesteld in het Amsterdamse Bos. Joodse werkkampen in en rond Amsterdam 1941-1944.