Winterswijk

Herdenkingen in huizen, winkels en scholen die de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog invoelbaar maken.

De strijd van de familie De Leeuw

Veehandelaar Ies de Leeuw en zijn vrouw Sophie Spier wonen met hun vier kinderen Lini, Sini, Henry en Annie aan de Stationsstraat 3. Als Henry in 1937 door een blindedarmontsteking overlijdt, komt Sophie de klap niet meer te boven.

Ies verhuist in 1941 met zijn gezin naar de Tuunterstraat net buiten het dorp. Daar lijkt het veiliger. In 1942 gaat Ies naarstig op zoek naar onderduikplekken voor zijn dochters en voor hemzelf.

In hetzelfde jaar wordt moeder Sophie opgenomen in het ziekenhuis. Haar dochter Johanna moet aan de NSB-burgemeester toestemming vragen om haar moeder te bezoeken. Sophie sterft eenzaam in het ziekenhuis.

Een onverwachte wending

Saul Aron Braunhut ging als 16-jarige jongen van Polen naar Nederland om een agrarische opleiding te volgen. Daarna was hij van plan om zich vestigen in een kibboets in Palestina, maar het liep allemaal anders.

Hij trouwde met Berta uit Holten en zij vestigden zich in 1936 Winterswijk op Misterstraat 3. Daar werden hun beide zoons Matisjahu en Abraham geboren. Net voordat de oorlog kwam.

Onderduikers in het veen

Het is de zomer van 1942. Een groep Winterswijkse Joden, waaronder Emmy, Lenie en Hartog Meijler, besluiten onder te duiken. Ze zijn met drieëntwintig in totaal en hebben een idee. Ze gaan zich verstoppen in het Korenburgerveen.

Met behulp van boeren die vlak bij het veen wonen, bouwen ze er een onderkomen. Omwonenden brengen bouwmaterialen en helpen bij het bouwen van de barak. Ze zorgen er ook voor dat de onderduikers eten krijgen. Brood van de Winterswijkse bakker wordt in melkbussen het Korenburgerveen in gesmokkeld.

Een aantal maanden zijn ze er veilig, tot op 27 november 1942 twee opzichters van Natuurmonumenten het veen intrekken. Zij willen de houtstand in het gebied inspecteren, maar stuiten op de barakken.

Programma 28 april

Op verschillende adressen worden slachtoffers en overlevenden van de Tweede Wereldoorlog herdacht. Bijwonen is gratis.

Gasthuisstraat 102
In 1936 vlucht de 16-jarige Joodse Wolfgang Maas vanuit het Duitse Gelsenkirchen naar Winterswijk, waar hij gaat wonen bij de familie Philip. Wolfgang volgt een opleiding tot huisschilder. Na een toernooi van de pingpongclub gaat Wolfgang uit. Die avond kust hij zijn vriendin Thea Windmuller voor het eerst. Eind 1941 schrijft zij opgetogen in haar dagboek over de liefde tussen haar en Wolfgang. Mieke Driever vertelt hun verhaal.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Stationsstraat 3
Verlies en strijd van familie de Leeuw.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Joodse School Spoorstraat 34
David Schielaar was godsdienstleraar in Borculo. In 1911 trouwde hij met Hester Granade Meijer en samen krijgen ze drie zoons. In 1920 vestigde het gezin zich in Winterswijk in de woning naast de synagoge waar David leraar en voorzanger werd. Winterswijk is de laatste woonplaats van het gezin Schielaar. David en Hester worden op 14 mei 1943 in Sobibor vermoord. Ook hun drie zoons overleven de oorlog niet. Ben Westerveld vertelt hun verhaal.

Deze locatie is rolstoeltoegankelijk

Spoorstraat 32
Het verhaal van Saul Aron Braunhut

Deze locatie is rolstoeltoegankelijk

Korenburgerveenweg 9
De onderduikers van het Korenburgerveen

Deze locatie is rolstoeltoegankelijk

Prins Hendrikstraat 14
In 1935 verhuisde Pieter Brittijn met zijn gezin vanuit Winterswijk naar Medemblik. Daar raakte hij tijdens de oorlog betrokken bij het verzet. Door verraad werd hij in januari 1945 gearresteerd en gevangengezet in het Huis van Bewaring aan de Amsterdamse Weteringschans. Als represaille voor een moordaanslag op een SD’er, werd Pieter samen met 29 andere gevangenen op 12 maart 1945 gefusilleerd. Pieters verhaal wordt verteld door zijn kleinzoon Jeroen Brittijn, en achterkleinzoon Pieter die een profielwerkstuk maakte over zijn overgrootvader.

Deze locatie is rolstoeltoegankelijk