Utrecht
Herdenkingen in huizen, winkels en scholen die de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog invoelbaar maken.
4 mei 2025
Open Joodse Huizen
Huizen van Verzet
Greetjes verhaal
De Joodse Elkan Roe heeft een delicatessenwinkel in de Amsterdamse Transvaalbuurt. Vooral zijn moccaboontjes en amandelkoekjes vallen erg in de smaak bij de kinderen in de buurt. Elkan woont samen met zijn vrouw Sara en hun in 1940 geboren dochtertje Greetje in de woning achter de winkel.
Elkan wordt al in november 1942 naar Kamp Westerbork overgebracht. Daardoor is hij niet aanwezig bij de geboorte van zijn tweede dochter, in januari 1943. Om haar beide kinderen voor deportatie te behoeden, neemt Sara het onmogelijke besluit om de meisjes mee te geven aan leden van de verzetsgroep het Utrechts Kindercomité. Greetje en haar zusje komen los van elkaar bij onderduikgezinnen terecht in Utrecht. Daar maken ze de bevrijding mee.
Sara wordt op 20 juni 1943 tijdens een grote razzia opgepakt en later die dag in Westerbork met Elkan herenigd. Enkele weken later volgt hun deportatie naar het vernietigingskamp Sobibor. Greetje blijft na de oorlog bij haar christelijke pleegouders in Tuinwijk wonen. Ze vertelt zelf haar verhaal van een leven lang aanpassen en de zoektocht naar haar eigen identiteit.
Melis Stokestraat 16

Van onderduik tot Auschwitz
In de jaren dertig vluchten de Joodse Ludwig en Johanna Dannheisser vanuit de Duitse stad Frankfurt naar Nederland. Na enige tijd in Den Haag gewoond te hebben, komen ze uiteindelijk terecht in Utrecht. Twee zoons reizen nog voor de Tweede Wereldoorlog uitbreekt door naar Engeland en Amerika. In Utrecht voelen Ludwig en Johanna zich veilig en vrij.
Dat verandert wanneer de oorlog en de daaropvolgende bezetting van Nederland uitbreekt. Als de deportaties van de Nederlandse Joden in juli 1942 beginnen besluiten Ludwig en Johanna’s jongste zoon Curt en zijn echtgenote om hun dochtertje Paula te laten onderduiken. Zelf doen zij via Frankrijk een vluchtpoging. Deze mislukt en via het Franse doorgangskamp Drancy worden zij naar Auschwitz gedeporteerd en daar vermoord.
Auschwitz is ook de eindbestemming van Ludwig en Johanna. Op 19 mei 1944 vertrekt hun deportatietrein vanuit Westerbork. Het is dezelfde trein als op de beroemde filmbeelden en Ludwig en Johanna zijn hierop ook kort te zien. Dit werd ontdekt door buurtbewoner Robin van Essen, initiatiefnemer voor het leggen van struikelstenen voor het echtpaar Dannheisser. Op 4 mei vertelt hij hun verhaal.
Tolsteegbrug 1

De crèche die 150 levens redde
Onder het oog van de Duitse bezetter opende Trui van Lier aan het begin van de oorlog de crèche Kindjeshaven. Doordat haar vader Joods was, zag Trui van dichtbij welke dreiging van de nazi’s uitging. Hierdoor realiseerde zij zich dat haar crèche wel eens een veilig onderkomen zou kunnen worden voor Joodse kinderen.
Trui kreeg gelijk. Na het begin van de deportaties van de Nederlandse Joden verstopte ze samen met haar medewerkster Jet Berdenis van Berlekom Joodse kinderen tot 7 jaar in Kindjeshaven, gewoon tussen de andere kinderen. Vanuit de opvang smokkelden leden van het verzet deze kinderen naar veilige onderduikadressen.
Naar schatting hebben Trui en Jet op deze manier 150 Joodse kinderen geholpen de oorlog te overleven. Journalist Jim Terlingen schrijft een boek over het leven van Trui.. Op 4 mei vertelt hij haar verhaal.
Prins Hendriklaan 6

Programma 4 mei
Op verschillende adressen worden slachtoffers en overlevenden van de Tweede Wereldoorlog herdacht. Bijwonen is gratis.
Zaagmolenkade 28
De Joodse verpleegster Ester van der Hoeden en haar verloofde, de geneeskundestudent Isaac Cohensius, hebben de droom om samen in Palestina een dokters- en verpleegpost op te zetten. Nadat ze hun oproep voor ‘tewerkstelling’ gekregen hebben, melden ze zich in Westerbork. Hun transport naar Auschwitz volgt op 31 augustus 1942. Daniel van den Bos beschreef hun verhaal en vertelt hierover.
Deze locatie is rolstoeltoegankelijk
Prins Hendriklaan 6
De crèche die 150 levens redde.
Deze locatie is rolstoeltoegankelijk
Tolsteegbrug 1 (Louis Hartlooper Complex)
In de jaren dertig vluchten de Joodse Ludwig en Johanna Dannheisser vanuit de Duitse stad Frankfurt naar Nederland. Na enige tijd in Den Haag gewoond te hebben, komen ze uiteindelijk terecht in Utrecht. Twee zoons reizen nog voor de Tweede Wereldoorlog uitbreekt door naar Engeland en Amerika.
Deze locatie is rolstoeltoegankelijk
Bergstraat 6
De Joodse arts Bram Querido bracht zijn jeugd door in Wijk C. Van het gezin Querido overleefden alleen hij en zijn zus. Hun vader en een andere zus werden vermoord in Sobibor, hun moeder in Auschwitz. De huidige bewoonster van hun woning, Corry Huiding, vertelt hun verhaal.
Deze locatie is rolstoeltoegankelijk
Kromme Nieuwegracht 35a
Samen met haar echtgenoot Alphons, runde Mieks de Leeuw-Snackers een kruidenierszaak. Tijdens de oorlog werd een Duitse dame bij het echtpaar ingekwartierd. Nadat Mieks een woordenwisseling met haar kreeg, werd ze gearresteerd en zwaar gestraft. Ze overleed in februari 1945 in een vrouwengevangenis in Leipzig. Nicole Zonderhuis vertelt haar verhaal.
Deze locatie is rolstoeltoegankelijk
Servaasbolwerk 3
Nadat de deportaties van de Nederlandse Joden zijn begonnen, nemen Louis Keizer en zijn vrouw Rebekka het onmogelijke besluit om hun twee kinderen te laten onderduiken en mee te geven aan het studentenverzet. Louis en Rebekka zelf worden in april 1943 via Westerbork naar het vernietigingskamp Sobibor gedeporteerd. In hun voormalige woonhuis vertelt Victor Frederik hun verhaal.
Deze locatie is rolstoeltoegankelijk
Springweg 162 (Broodhuis)
Als godsdienstleraar, secretaris van het kerkbestuur en leraar van de begrafenisvereniging was Jo van Gelder de spil van de Nederlands-Israëlitische Gemeente van Utrecht. Samen met zijn vrouw overleefde hij de oorlog door min of meer ondergedoken te zijn in zijn eigen woning. Historici Han Lettinck en Els Boon vertellen zijn verhaal.
Deze locatie is rolstoeltoegankelijk
Melis Stokestraat 16
Het verhaal van Greetje.
Deze locatie is rolstoeltoegankelijk
Lange Nieuwstraat 119 (Altrecht)
Het echtpaar Willem Wilschut en Jannie Lindenboom waren beiden leerling-verpleger in de Willem Arntzstichting. Willem en Jannie waren ‘vurige socialisten’ en raakten al vroeg in de oorlog betrokken bij het verzet. Na het begin van de deportaties van de Nederlandse Joden, nam het stel onderduikers in huis. Dit ging mis. Willem werd gearresteerd en vond uiteindelijk de dood in Kamp Mauthausen. Psychiatrisch verpleegkundige Cecile aan de Stegge vertelt Willem en Jannies verhaal.
Deze locatie is rolstoeltoegankelijk