Hoorn

Herdenkingen in huizen, winkels en scholen die de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog invoelbaar maken.

Onderduikhulp in het hol van de leeuw

Vanaf november 1942 is Grote Oost 6 het Hoornse hoofdkwartier van de Duitse Wehrmacht. In de daarachter gelegen conciërgewoning woonden de vriendinnen Aafje Dell en Dieutje van Vliet. Op de bovenverdieping van hun woning hielden zij Joodse onderduikers verborgen die hun helpers ‘tante Aaf’ en ‘tante Dieuw’ noemden. 

Het zijn niet alleen deze onderduikers die door de vriendinnen geholpen worden. Zeker twintig anderen hebben de oorlog overleefd dankzij Aaf en Dieuws moedige optreden, onder wie een paar weken oude baby. Veelal geholpen door hun verzetsvriendin Odile Moereels, de directrice van het stadsziekenhuis.  

In de winter van 1944 gaat het mis. Aaf wordt gearresteerd en komt terecht in het concentratiekamp Ravensbrück. Wil Eiting vertelt het verhaal van Aafs arrestatie, hoe zij het kamp wist te overleven en over de heldenontvangst die haar bij terugkeer in Hoord te wachten stond. 

Grote Oost 6

Een sterk staaltje verzet

Kort na het begin van de Duitse bezetting van Nederland besluiten leden van het Hoorns verzet dat ze willen weten wat de Duitsers van plan zijn. Het lukt enkele PTT’ers om met de diensttelefoon van het provinciale elektriciteitsbedrijf de Duitse autoriteiten in Hoorn af te luisteren. Zo raakt het verzet op de hoogte van op handen zijnde arrestaties en wie met de bezetter collaboreert. 

Dit werkt. Veel verzetslieden en onderduikers blijven op deze manier uit handen van de Duitsers. Als na verloop van tijd het verzet in Noord-Holland toeneemt en er geallieerde wapendroppings worden verwacht is er echter meer nodig. Daarom wordt op Kleine Oost 22 een geheime, volledig nieuwe telefooncentrale en afluisterpost ingericht: ‘Post Poddie’. 

Onder het oog van de Duitsers worden verbindingen gelegd. Deze Hoornse post wordt zo een onmisbare schakel in het Noord-Hollandse verzet. Eddy Boom vertelt over dit sterk staaltje verzet. 

Kleine Oost 37

Onderduikers in het ziekenhuis

Al tijdens de Eerste Wereldoorlog liet Odile Moereels zien dat ze een moedige vrouw was, toen ze in de loopgraven gewonde soldaten hielp. Haar moed komt ook tot uiting tijdens de Tweede Wereldoorlog als ze vanuit het Stadsziekenhuis waarvan zij dan de directrice is verzetsactiviteiten ontplooit. 

Odile redt zeker tien Joodse vrouwen door hen als verpleegster in dienst te nemen. Hierdoor zijn ze voor de Duitsers onvindbaar. Wanneer ze te horen krijgt van een op handen zijnde Duitse inval, verklaart Odile een deel van het ziekenhuis tot quarantainegebied wegens roodvonk. Onderduikers worden hier dan voor de zekerheid verborgen, omdat het een bekend gegeven is dat Duitsers als de dood zijn voor besmettelijke ziekten. 

Odile’s achterneef Robert van Venetië vertelt haar verhaal bij het monument in het Dijklander Ziekenhuis dat ter ere van zijn oudtante is opgericht. 

Dijklander Ziekenhuis

Programma 30 april

Op verschillende adressen worden slachtoffers en overlevenden van de Tweede Wereldoorlog herdacht. Bijwonen is gratis.

Grote Oost 6
Vanaf november 1942 boden Aafje Dell en Dieutje van Vliet onderdak aan Joodse onderduikers in hun woning achter het Wehrmacht-hoofdkwartier in Hoorn. Dankzij hun moed en de hulp van verzetsstrijdster Odile Moereels overleefden zeker twintig mensen de oorlog. In 1944 werd Aaf gearresteerd en gedeporteerd naar Ravensbrück, maar zij overleefde het kamp en kreeg bij terugkeer een heldenontvangst in Hoorn.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Kleine Oost 37
Kort na de Duitse bezetting slaagt het Hoorns verzet erin via een PTT-verbinding Duitse communicatie af te luisteren, wat hen cruciale informatie oplevert. Om nog effectiever te opereren, richten zij op Kleine Oost 22 een geheime telefooncentrale in: ‘Post Poddie’. Deze afluisterpost groeit uit tot een onmisbare schakel in het verzet van Noord-Holland.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Dijklander Ziekenhuis
Odile Moereels toont tijdens beide wereldoorlogen grote moed, eerst in de loopgraven en later als directrice van het Stadsziekenhuis in Hoorn. Tijdens de Tweede Wereldoorlog redt ze zeker tien Joodse vrouwen door hen als verpleegsters aan te stellen en zet ze slimme trucs in, zoals het uitroepen van quarantaine om onderduikers te beschermen. Haar indrukwekkende verzetswerk wordt herdacht bij een monument in het Dijklander Ziekenhuis, verteld door haar achterneef Robert van Venetië.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Achterstraat 2
Zonder dat de Joodse Elsje het weet, sluit haar man Leo zich aan bij het verzet. Met pijn in het hart besluit het stel in 1942 om van elkaar te scheiden. Leo is niet-Joods en zijn huwelijk zou hem dus in de problemen kunnen brengen. Nadat de deportaties zijn begonnen duikt Elsje onder in hun woning in Hoorn. Christa van Hees schreef een historische roman over Elsje en Leo. Zij vertelt hun verhaal.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Drieboomlaan 69
Nellie was de jongste dochter van de bekende verzetsstrijders Bart en Trien de Haan. Als 15-jarige bracht Nellie al illegale kranten rond en nadat haar moeder Trien in 1942 werd gearresteerd en naar Ravensbrück gedeporteerd, nam Nellie de zorg over de vele onderduikers in hun woning van haar over. Als eerbetoon aan Nellie maakte het Hoornse gezelschap De Dansonderneming samen met dansleerlingen van Balletschool Uniek de voorstelling Nellie.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Koepoortsweg 16
Door het verzetswerk van Kees Stuijfbergen raakt een groot deel van het gezin waaruit hij komt betrokken bij het verzet. In 1944 worden Kees’ ouders en oudste broer Leo gearresteerd. Ze zullen pas vrijkomen als Kees zich meldt. Leo overleeft zijn gevangenschap niet. Hans Stuijfbergen, jongste zoon van Kees’ broer Sam, vertelt zijn familieverhaal.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Tweeboomlaan 155
Mechiel Wils woning aan de Tweeboomlaan lag afgelegen genoeg om te kunnen fungeren als doorgangshuis voor Joodse onderduikers. Het pand werd een haard van verzet, maar dat bleef niet onopgemerkt. Mechiel wist aan arrestatie te ontkomen door met zijn gezin onder te duiken. Vanuit Den Haag ging hij echter door met zijn verzetsactiviteiten. Dochter Mary Wils vertelt haar vaders verhaal.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Grote Oost 35
Tijdens de oorlog namen Gré Visser en Jan Ruijter Joodse onderduikers in huis. Eerst vier, maar al snel werden dat er veel meer. Dit zorgde voor grote spanningen, temeer omdat de Duitse Wehrmacht nog geen honderd meter verderop hun hoofdkwartier hadden. De zorg voor eten voor tientallen onderduikers vrat energie en tijd. Het verhaal wordt verteld dor Ab van der Deure.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

J.D. Pollstraat (OSG)
Koos Poll was de directeur van de Rijks HBS. Toen zijn school door de Duitse bezetters werd gevorderd, moest hij voor 250 leerlingen op zoek gaan naar vervangende lesruimte. Koos raakte betrokken bij het verzet. Hij zocht onder andere onderduikadressen voor leerlingen die zich wilden onttrekken aan de Arbeitseinsatz. In juni 1944 werd Koos gearresteerd en naar concentratiekamp Sachsenhausen gedeporteerd. Zijn kleindochter Anneke Poll vertelt zijn verhaal samen met haar partner Arjen.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Tweeboomlaan 74
Abraham en Elisabeth van den Berge weten dat ze een risico nemen als ze het Joodse echtpaar Nathan en Esther Smit als onderduikers in huis nemen. In 1943 komt hier de Joodse baby Loekie bij. Het gaat mis en Abraham, Nathan en Esther worden opgepakt. Loekie blijft bij Elisabeth waar hij de oorlog overleeft. Yolanda van den Berge vertelt het moedige verhaal van haar grootouders.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Baanstraat 36
Doordat de woning van Piet en Dien bijna recht tegenover het station van Hoorn ligt is deze ideaal voor de eerste opvang van onderduikers. Dit zorgt geregeld voor spanningen, vooral wanneer verzetsmensen met een wapen onder hun hoofdkussen slapen. Als er vanuit de gevangenis een verontrustend bericht komt, moeten Piet en Dien onmiddellijk zelf onderduiken. Hun zoon Frans vertelt waarom en wat er daarna met zijn ouders gebeurde.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Kerkplein 36, Grote Kerk, zij-ingang
Tijdens de oorlog belandde trien de Haan samen met haar echtgenoot Bart en jongste dochter Nellie in het verzet. Thuis in Noorderstraat 12 vonden geheime verzetsbijeenkomsten plaats en daarnaast bracht Trien onderduikers onder en verzorgde zij papieren voor mensen die naar het buitenland wilden vluchten. In februari 1942 werd Trien gearresteerd. Op 30 april vertelt biograaf Bart Lankester haar verhaal.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Kerkplein 36, Grote Kerk, zij-ingang
Verzetsmensen Georges Trigallez en zijn verloofde Henny Schat sloten zich tijdens hun onderduik aan bij leden van de Knokploeg Hoorn. In september 1944 keerde de groep terug naar West-Friesland. Uitgever en filmmaker Peter Sasburg vertelt samen met George en Henny’s kinderen over de afschuwelijke keuzes die hun ouders moesten maken.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Kerkplein 36, Grote Kerk, zij-ingang
De Joodse Frisia Benima kwam op 18-jarige leeftijd in Hoorn wonen. Ze werd lid van de Koninklijke Concert- en Zangvereniging Sappho, waarvan ze korte tijd later penningmeester werd. Frisia moest Sappho opgeven toen Joden vanaf september 1941 geen lid meer mochten zijn van niet-Joodse verenigingen. In juni 1943 werd ze vanuit Westerbork naar Sobibor gedeporteerd, waar ze direct na aankomst, op 32-jarige leeftijd werd vergast. De huidige voorzitter van Sappho, Margot Bakels, vertelt Frisia’s verhaal.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Kerkplein 36, Grote Kerk, zij-ingang
Samen met leerlingen van Balletstudio Uniek maakt het Hoornse gezelschap De Dansonderneming de voorstelling ‘Truus’. Het is een eerbetoon aan een van de bekendste verzetsstrijders van Nederland: Truus Menger-Oversteegen. Zij was een verzetsvriendin van Hannie Schaft en maker van het monument Bevroren Tranen in Kamp Westerbork.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Kerkplein 36, Grote Kerk, zij-ingang
Truus Oversteegen was zestien toen de oorlog uitbrak. Samen met haar twee jaar jongere zusje Freddie nam ze deel aan het gewapend verzet. Ze maakten deel uit van de Haarlemse verzetsgroep waartoe ook Hannie Schaft behoorde. Na de oorlog trouwde Truus met Piet Menger en ontwikkelde ze zich tot een internationaal bekend kunstenares. Haar leven lang bleef ze strijden tegen fascisme en onrecht. Schrijver en journalist Christa van Hees interviewt Truus’ zoon Martin Menger over zijn beroemde moeder.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk