Haarlem

Herdenkingen in huizen, winkels en scholen die de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog invoelbaar maken.

Max en Eddie

Benjamin en Roosje Cohen woonden met hun drie kinderen Elly, Max en Eddie boven hun juwelierszaak op het Houtplein. Om zijn winkel niet in Duitse handen te laten vallen nam Benjamin een niet-Joodse partner in de zaak. Alles leek goed te gaan maar na het begin van de deportaties van de Nederlandse Joden, in juli 1942, besloot het gezin op verschillende locaties onder te duiken. 

Door verraad wordt Benjamin al in het najaar van 1942 opgepakt en via Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Daar wordt hij in een van de gaskamers vermoord. Zijn vrouw Roosje en dochter Elly worden in juni 1944 gearresteerd. Zij worden naar Bergen-Belsen overgebracht. Ze bezwijken slechts enkele weken voor de bevrijding van het kamp aan tyfus. De enige gezinsleden die de oorlog weten te overleven, zijn Max en Eddie.  

Beide jongens hebben het gered door het moedige optreden van het echtpaar Huijboom bij wie zij een onderduikadres vonden in de Meester Gerlingsstraat. Hun zoon Ron vertelt het onderduikverhaal waar hij als kleuter bij betrokken was en over de opofferingen die zijn ouders hebben moeten doen om ervoor te zorgen dat Max en Eddie niet ontdekt werden. 

Rijksstraatweg 28

Eddie, Elly en Max Cohen, 1940.

Gescheiden onderwijs

Na de zomervakantie van 1941 werd de scheiding van het onderwijs ingesteld. Vanaf 1 september van dat jaar mochten Joodse leerlingen niet langer in de schoolbanken zitten met hun niet-Joodse klasgenoten. In Haarlem werd daarom in de Wilhelminastraat het Joods Lyceum opgericht. Eén van de leerlingen was Leo Snijders. Hoe hij het op school deed is bewaard gebleven in een schrift dat Dolf Cohen, één van de docenten, bijhield.   

Leo en zijn ouders Jakob en Helena gaven eind augustus 1942 gehoor aan hun oproep voor ‘tewerkstelling’. Via Westerbork werd het gezin op 28 augustus naar Auschwitz gedeporteerd. Daar werden Jakob en Helena direct na aankomst in de gaskamer vermoord. De vijftienjarige Leo werd geselecteerd voor dwangarbeid maar ook hij overleefde niet. Zijn officiële sterfdatum is vastgesteld op 30 april 1943.   

Docent Marcel Hummelink van het Stedelijk Gymnasium vertelt het verhaal van het gezin Snijders, Leo en het Joods Lyceum.

Schouwtjeslaan 53-zw

Klassenfoto Joods lyceum

De enige overlevende

Van het Joodse gezin Joël is Louis de enige overlevende van de Holocaust. Zijn vader Benjamin, moeder Aaltje en vijf broertjes en zusjes zijn door de nazi’s vermoord in de vernietigingskampen Auschwitz en Sobibor. Met zijn na de oorlog gestichte gezin spreekt hij nooit over zijn verloren familie en de afschuwelijke gebeurtenissen die hij zelf als kind meemaakte.

In Haarlem woonde een deel van het gezin Joël bij de eveneens Joodse familie Ketellapper. Vader Hartog Ketellapper, zijn zoon en vijf dochters werden net als Louis Joëls gezinsleden in Sobibor en Auschwitz om het leven gebracht. De struikelstenen voor de deur van hun woning herinneren aan beide families.

Louis’ dochter Esther vertelt het verhaal van haar vader en over hoe zij zelf op verbijsterende wijze haar familiegeschiedenis ontdekt heeft. Peter Zuidweg woonde als kleine jongen aan de overkant van de straat en vertelt hoe hij zag dat het huis op nummer 29 werd leeggehaald.

Bisschop Ottostraat 29

Programma 4 mei

Op verschillende adressen worden slachtoffers en overlevenden van de Tweede Wereldoorlog herdacht. Bijwonen is gratis.

Schouwtjeslaan 53-zw
In september 1941 werd Leo Snijders gedwongen zijn schoolbanken te verruilen voor het Joods Lyceum in Haarlem, waar docent Dolf Cohen zijn vorderingen bijhield. Een jaar later werd hij met zijn ouders gedeporteerd naar Auschwitz, waar alleen Leo nog kort dwangarbeid verrichtte voordat ook hij omkwam. Zijn verhaal en dat van zijn familie wordt nu verteld door Floris Cohen, de zoon van Leo’s voormalige leraar.

Deze locatie is rolstoeltoegankelijk

Bakenessergracht 46B
Van 1897 tot 1938 woonde rabbijn Simon Philip de Vries met zijn gezin op dit adres. De woning was een belangrijke ontmoetingsplaats en een bron van kennisoverdracht, inspiratie en spiritualiteit. Simon Philip en zijn echtgenote werden in Bergen-Belsen vermoord. Van hun negen kinderen overleefden vijf de oorlog. Kleindochter Tamar Walma van der Molen-de Vries vertelt hun verhaal.

Deze locatie is rolstoeltoegankelijk

Zonnelaan 39
Op dit adres woonde Bernard IJzerdraat, oprichter van de verzetsgroep De Geuzen en de eerste verzetsman van Nederland. Bernard werd in maart 1941 samen met zeventien andere verzetsmensen gefusilleerd. Samen zijn zij de ‘Achttien Dooden’ uit Jan Camperts beroemde gedicht. Op 4 mei vertelt Hjarmar Teunissen van het Frans Hals Museum Bernards verhaal.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Zaanenlaan 79
Op dit adres woonde het echtpaar Salomon en Annalise Simons. Beiden werden tijdens de Tweede Wereldoorlog vermoord. Hun beide zoons overleefden de oorlog. Zij wonen nu in de Verenigde Staten. De huidige bewoners van dit adres vonden de fotoboeken van de familie Simons tussen de vloer en spoorden de zoons op. Op 4 mei vertellen zij het verhaal van de familie Simons.

Deze locatie is rolstoeltoegankelijk

Hagestraat 10
Het Rosenstock-Huessy Huis is het voormalige Sint Jacobs Godshuis voor wezen, armen en bejaarden. Tijdens de oorlog zaten hier tal van onderduikers verborgen. Directeur Harry Habraken verzorgde er verzetsdrukwerk. Hij werd aan het einde van de oorlog verraden en werd in april 1945, samen met 19 anderen bij wijze van represaille gefusilleerd. Twee van zijn kleinkinderen vertellen het indrukwekkende verhaal van hun grootvader.

Deze locatie is rolstoeltoegankelijk

Iordensstraat 25
Theodoor Belterman was orthopedisch schoenmaker waardoor hij contacten had binnen alle rangen en standen van de samenleving. Voor hem en zijn vrouw Christina was het bijna als vanzelfsprekend dat zij zich actief inzetten in het verzet. Met succes verzorgde het echtpaar verschillende onderduikers op de zolder van hun woning en dat terwijl de leider van de Haarlemse NSB tegenover hen woonde. Voorzitter van de Vereniging Theo Belterman, Joke Bouwmans, vertelt hun verhaal.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Vijverlaan 6
Dolf Cohen was docent Nederlands op het Joods Lyceum, dat vanwege de scheiding van het onderwijs in september 1941 in opdracht van de bezetter werd opgericht. Daar leerde hij Hetty Koster kennen en binnen een jaar waren ze verloofd. Toen de deportaties begonnen waren, doken Dolf en Hetty op verschillende adressen onder. Pas na de bevrijding zagen ze elkaar weer en korte tijd later trouwden ze. Hun zoon Floris vertelt over hun onderduikgeschiedenis en de school waar zij elkaar ontmoetten.

Deze locatie is rolstoeltoegankelijk

Tempeliersstraat 19
Op dit adres woonde de Joodse familie De Raaij. Na het uitbreken van de oorlog probeert het naar Engeland te vluchten, maar tevergeefs. Na het begin van de deportaties besluit het gezin onder te duiken. Het lijkt een betrouwbaar adres, maar niets is minder waar. Twee jaar lang worden ze door hun onderduikgevers gechanteerd en uiteindelijk uitgeleverd aan de Sichterheitsdienst. Jeannette Waage-Viskil die na de oorlog op dit adres opgroeide, vertelt hun verhaal.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Rijksstraatweg 28
Benjamin en Roosje Cohen doken met hun drie kinderen onder om de deportaties te ontlopen, maar door verraad werd Benjamin opgepakt en in Auschwitz vermoord. Roosje en dochter Elly stierven in Bergen-Belsen, terwijl Max en Eddie dankzij het moedige echtpaar Huijboom wisten te overleven. Hun zoon Ron deelt het verhaal van zijn ouders, die alles op het spel zetten om twee Joodse jongens te redden.

Deze locatie is rolstoeltoegankelijk

Lange Wijngaardstraat 14
Op dit adres was sinds de jaren tachtig van de 19de eeuw het Joods Gemeentegebouw gevestigd. De grondlegger hiervan was Philip Konijn. Zijn nazaat Arnold Bouwman vertelt diens verhaal in een vraaggesprek met Wim de Wagt. Het interview wordt omlijst met enkele Jiddische liederen.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Wilhelminapark 8
De Joodse Clara de Jong-van Gelderen was gemengd gehuwd waardoor zij in principe was vrijgesteld van deportatie. Toen in de zomer van 1943 gemengd gehuwden alsnog in aanmerking kwamen voor ‘tewerkstelling’, besloot Clara onder te duiken. Na verschillende onderduikadressen besloten zij en haar man haar in hun eigen woning te verbergen. De situatie werd gevaarlijk toen er een gezin van zeven personen op de stoep stond om bij het gezin De Jong ingekwartierd te worden. Op 4 mei wordt Clara’s verhaal verteld.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Spaarne 25-27
De broers Israël en Gompert van Voolen waren getrouwd met de zussen Flora en Julie Kan. In 1911 lieten de broers deze gespiegelde woningen bouwen aan het Spaarne, om er met hun gezinnen te gaan wonen. Israëls kleinzoon Ernst van Voolen vertelt op 4 mei over de levens van mijn familie en over zijn vader die als een van de weinige familieleden de oorlog wist te overleven.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Bisschop Ottostraat 29
Louis Joël was de enige overlevende van zijn gezin; zijn ouders, broertjes en zusjes werden in Auschwitz en Sobibor vermoord. In Haarlem deelde zijn familie een huis met de familie Ketellapper, die hetzelfde tragische lot onderging. Zijn dochter Esther ontdekt later hun aangrijpende geschiedenis, terwijl buurtbewoner Peter Zuidweg zich herinnert hoe hun huis werd leeggehaald.

Deze locatie is rolstoeltoegankelijk

Ripperdastraat 13
De Haarlemse Vrijmetselaarsloge opent op 4 mei haar deuren. Vrijmetselaars werden door de nazi’s beschouwd als samenzweerders met de Joden, om zo in het geheim de wereldheerschappij over te kunnen nemen. Vrijmetselaar Paul Marselje geeft een lezing over de vrijmetselarij tijdens de oorlog, en de gevolgen voor zowel Joden als Vrijmetselaars van de Duitse bezetting van Nederland.

Deze locatie is rolstoeltoegankelijk

Groot Heiligland 27
Het Jolesziekenhuis, de ‘Joodse vleugel’ van het Sint Elisabeth’s Gasthuis, werd in 1930 opgericht uit de nalatenschap van Mozes Joles die zijn fortuin had vergaard in de textielhandel en de verhuur van panden en land. In 1943 werd het ziekenhuis gedwongen opgeheven. Rein Schene, werkzaam in het Spaarne Ziekenhuis, vertelt over de geschiedenis van dit voormalige Joodse ziekenhuis.

Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk

Kleverparkweg 37
Dominee Johan Willem Siertsema raakte via zijn Overijsselse collega Frits Slomp betrokken bij het verzet door het bieden van hulp aan onderduikers. Ook zijn oudste vier kinderen namen deel aan het verzet en het gezin nam de Joodse Hannie Woudstra als onderduiker in huis. Op 4 mei vertellen kleindochters Bettine en Gijsbert Siertsema het verhaal van hun verzetsfamilie en over de Joodse buren op Kleverparkweg 35.

Deze locatie is rolstoeltoegankelijk

Spaarnelaan 25
Op dit adres woonde de Joodse Barend Chapon met zijn gezin. Barend was SDAP-voorzitter en wethouder in Heemstede. Tijdens de Duitse bezetting van Nederland werd hij één van de drie leden van de Haarlemse Joodse Raad. Bij wijze van represaille voor de liquidatie van een Duitse soldaat werden zij alle drie, samen met zeven anderen, op 2 februari 1943 in de duinen bij Overveen geëxecuteerd. Huidige bewoner Pieter Blusse vertelt Barends verhaal.

Deze locatie is rolstoeltoegankelijk