Den Haag
Herdenkingen in huizen, winkels en scholen die de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog invoelbaar maken.
2, 3, 4 en 6 mei 2024
Open Joodse Huizen
Gered door Tante Zus
Hanneke Gelderblom-Lankhout is zes jaar oud als haar ouders besluiten dat ze ‘uit logeren’ gaat. Het wordt steeds gevaarlijker in Den Haag. Een mevrouw neemt haar met de trein mee naar het noorden.
Die mevrouw blijkt kunstenaar Ru Paré te zijn, een verzetsstrijder en dierbare vriendin van de familie. Hanneke kent haar als 'Tante Zus'. Ze brengt Hanneke naar Ter Apel, waar ze weer kan buitenspelen. Ze krijgt een nieuwe achternaam en haar zwarte krullen worden gebleekt.
In totaal verhuist Hanneke twaalf keer. Steeds krijgt ze een nieuwe achternaam. Nu eens is ze Hanneke Lankhuizen, dan weer Hanneke uit Soerabaja. Tante Zus leert haar telkens een nieuw levensverhaal en drukt haar op het hart te vergeten waar ze vandaan komt.
De bevrijding maakt Hanneke mee in Brabant, gescheiden van haar vader, moeder en broertje. Zal ze haar familie ooit weer terugzien?
Hanneke Gelderblom-Lankhout zelf vertelt dit verhaal.
"Tante Zus leert haar telkens een nieuw levensverhaal en drukt haar op het hart te vergeten waar ze vandaan komt."
Het verzet van Tom Navis
Thomas Haulog Navis woont aan de Prinsegracht 53 en studeert aan de Technische Hoogeschool van Delft als de Duitse bezetters in de meidagen van 1940 Nederland bezetten.
Als geboren en getogen Hagenaar heeft hij zich een jaar eerder al aangemeld bij de luchtbeschermingsdienst, om een bijdrage aan de verdediging van zijn stad te leveren.
Zo doet hij verslag van het bombardement op Westeinde-Kortenbosch op 2 maart 1941. In diezelfde tijd leert hij verzetsman Wim d'Aquin kennen. Tom sluit zich aan bij zijn verzetsgroep en brengt hen in contact met Delftse medestudenten die ook verzet plegen.
In de vroege zomer van 1942 wordt de verzetsgroep door Anton van der Waals verraden. Tom wordt opgepakt en afgevoerd naar het Oranjehotel.
Toms achternicht Annemiek Lely vertelt zijn verhaal.
Het Onderwater Cabaret
Niets staat zijn glanzende carrière in de weg, maar wanneer de nazi's aan de macht moet de Duitse jurist Curt David Bloch vluchten. Hij belandt in naar Nederland, waar hij de kost gaat verdienen als handelaar in tapijten.
Bloch woont enige tijd in de Atjehstraat in Den Haag. Later duikt hij onder in Twente.
Om mentaal op de been te blijven, begint hij in augustus 1943 met het maken van Het Onderwater Cabaret, een satirisch tijdschrift.
Het OWC heeft kleurige omslagen met fotomontages en tekeningen en past in je zak. De inhoud is gevuld met scherpe en schurende gedichten.
Tot aan zijn bevrijding, begin april 1945, maakt Bloch maar liefst 95 afleveringen met in totaal 470 gedichten.
Een unicum in de Nederlandse oorlogsgeschiedenis. Het toont de kracht van creativiteit in een tijd waarin de mens monddood werd gemaakt.
Gerard Groeneveld schreef het boek Het onderwater cabaret. Hij vertelt over Curt Bloch
Programma 2 mei
Op verschillende adressen worden slachtoffers en overlevenden van de Tweede Wereldoorlog herdacht. Bijwonen is gratis.
Prinsessegracht 29
Louis de Leeuwe vertelt over zijn vader Jacques de Leeuwe, die als kind moest onderduiken. Na de oorlog wordt Jacques beeldend kunstenaar. Hij was ook de maker van de maquette van de oude Joodse Buurt, die te zien is in het Atrium van het Stadhuis.
Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk
Let op: wanneer de ingang aan de Prinsessegracht niet open is kunt je via de ingang aan de Jan Evertsstraat naar binnen.
Prinsessegracht 29
Robert Kiek vertelt over zijn vader Maurits Kiek die spioneerde voor de Britten en hulp bood aan neergeschoten piloten.
Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk
Let op: wanneer de ingang aan de Prinsessegracht niet open is kunt je via de ingang aan de Jan Evertsstraat naar binnen.
Programma 3 mei
Centrale Bibliotheek, Spui 68
Emilie Zion-Strupp en haar volwassen kinderen Rudolf en Elly moesten zich op 19 augustus 1942 melden voor ‘tewerkstelling in Duitsland’. Toen zij door drie leden van de Haagse gemeentepolitie werden opgehaald, maakten Emilie en Elly een einde aan hun leven. Rudolf werd op 30 april 1943 in Auschwitz vermoord. Rechtshistoricus Raymund Schütz vertelt hun verhaal.
Deze locatie is rolstoeltoegankelijk
Oranjehotel, Van Alkemadelaan 1258
Het verhaal van Tom Navis.
Deze locatie is rolstoeltoegankelijk
Scheveningseweg 21A
Tijdens twee rondleidingen wordt de bezoeker meegenomen door de geschiedenis van deze begraafplaats die werd gebruikt door zowel de Sefardisch als Asjkenazisch Joodse gemeenschap. De Joodse begraafplaats telt ongeveer 10.000 graven, waaronder die van de 19de- en vroeg 20e-eeuwse kunstschilders Salomon Verveer en Jozef Israëls. Ook zijn nog steeds de stille getuigen van de Duitse bezettingsjaren op de begraafplaats aanwezig.
Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk
Meld je hier aan
Oranjehotel, Van Alkemadelaan 1258
Ronald Klomp van de Stichting WO2 Sporen vertelt over Elisabeth Heller-Diamant en haar dochtertje Betty Friemcy. Toen de dreiging voor Joden in Nederland groeide, bracht Elisabeth Betty onder op Riouwstraat 100. Zowel moeder als dochter zijn vermoord. Ronald besteedt ook aandacht aan de geschiedenis van andere Haagse Joden.
Deze locatie is rolstoeltoegankelijk
Oranjehotel, Van Alkemadelaan 1258
Marie Hertzdahl-Bloemgarten verbleef in Auschwitz in blok 10, waar vruchtbaarheidsexperimenten op vrouwen werden uitgevoerd. Ze overleefde de oorlog en werd in vrouwenkamp Ravensbrück bevrijd. Astrid Dekkers gaat met Marie’s dochter Marja Pinckaers en kleindochter Esther Geradts in gesprek over hoe zij met hun familiegeschiedenis omgaan.
Deze locatie is rolstoeltoegankelijk
Programma 4 mei
Korte Vijverberg 7
Historicus Stefan Kras vertelt over de gevolgen van anti-Joodse maatregelen voor Joodse leerlingen en docenten op de Haagse scholen. Aan bod komen een slaande ruzie tussen een NSB-leerling en een Joodse leerling; de uit Westerbork ontsnapte, 13-jarige Alfons Katan; en de half-Joodse Els Judell die op het Dalton door ‘een manco aan vlijt en toewijding’ werd teruggezet van klas 3 naar klas 2.
Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk
Buurtcentrum Het Oude Centrum, Paviljoensgracht 56
Al snel na de bezetting van Den Haag wordt de Joodse buurt (tussen Wagenstraat en Spui) getroffen door agressie, vernielingen en deportaties. Jos Teunissen van het Engelandvaardersmuseum vertelt over de gebeurtenissen in deze buurt in 1940-1945.
Deze locatie is rolstoeltoegankelijk
Citroenstraat 57
Het verhaal van Hanneke Gelderblom-Lankhout en Ru Paré
Deze locatie is rolstoeltoegankelijk
Antiquariaat Colette, Reinkenstraat 45
Tijdens de oorlog woonde masseuse Mies Walbeehm op Reinkenstraat 19. Dit appartement fungeerde als doorgangshuis voor het verzet. In twee jaar tijd heeft Mies bijna 100 onderduikers aan een tijdelijk schuiladres geholpen, soms wel 30 personen tegelijk. In de nacht van 22 op 23 maart 1943 sloeg het noodlot toe. Marloes Vernooijs vertelt Mies’ verhaal.
Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk
Plein 20
Aan het begin van de twintigste eeuw liet de Joodse bankier Eliëzer Edersheim dit prachtige pand bouwen als bankgebouw. Samen met zijn echtgenote Sara Polak en hun vier kinderen betrok hij het woongedeelte van het pand. Het gezin leefde in voorspoed, tot het noodlot tijdens de oorlog toesloeg. Piet Boogaards vertelt hun verhaal én dat van de Joodse architect van het pand, Willem van Liefland.
Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk
Carel Reinierszkade 167
Toen Bert Kreemers zijn woning aan de Carel Reinierskade in het Bezuidenhout kocht stuitte hij op de geschiedenis van het Joodse gezin Hamme dat eens zijn huis bewoonde.
David Hamme, zin vrouw Branco en hun twee zoontjes Joël (Jopie) en Salomon (Sally). David Hamme was naast zijn werk als vertegenwoordiger secretaris van het kerkbestuur en initiatiefnemer voor de bouw van de synagoge in De Carpentierstraat. Tot 23 april 1943 kon het gezin in hun woning blijven. Toen sloeg het noodlot toe. Bert Kreemers tekende het verhaal van dit gezin op in een boek. Hij vertelt in zijn huis over deze vroegere bewoners.
Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk
Woonzorgcentrum Rivierenbuurt, Christoffel Plantijnstraat 3
Vanaf 1938 werden Duitse en Oostenrijkse Joodse vluchtelingenkinderen opgevangen in het Haagse Joodse weeshuis. Eén van die kinderen was Trude Pia Grätzer die op tienjarige leeftijd door haar ouders vanuit Wenen naar een veilig land gestuurd werd. Zij werd liefdevol opgenomen in het huis van Marinus Mol en zijn echtgenote. Na zijn arrestatie belandde Trude wederom in het Joodse weeshuis. Ze werd op 13 maart 1943 op 14-jarige leeftijd in Sobibor vermoord. Ankie Meijer vertelt Trudes verhaal.
Deze locatie is rolstoeltoegankelijk
Centrale Bibliotheek, Spui 68
Samuel Schuijer was componist, violist, dirigent en muziekleraar. Samen met zijn zoon, cellist Louis Schuijer, violist Eddy Waisvisz en altist Sal Wertheim vormde hij het Residentie Strijkkwartet. Tijdens de oorlogsjaren verstomde zijn muziek. Astrid Dekker en Philomeen Lelieveldt vertellen over Samuels leven en werk.
Deze locatie is rolstoeltoegankelijk
Weimarstraat 63
Jacob Katan woonde samen met zijn vrouw Sophie Winkel en hun baby Maurits op Weimarstraat 230. Toen de deportaties van Joden na mid-juli 1942 in volle gang waren, sloeg de wanhoop in het gezin Katan toe. Jacob probeerde aan vervalste documenten te komen, maar dit mislukte. Het gezin werd gearresteerd en eind 1942 naar Auschwitz gedeporteerd waar ze alle drie werden vermoord. Jeroen van Zijderveld van de Stichting WO2 Sporen vertelt hun verhaal.
Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk
Wagenstraat 105
Jos Teunissen van Museum Engelandvaarders vertelt verhalen over de Haagse Jodenbuurt tijdens de oorlog. Aan bod komen de brandstichting in de synagoge in de Wagenaarstraat, op 20 april 1941 ter ere van Hitlers verjaardag; de onderduik van Abraham Manuskowski, eigenaar van de postzegelwinkel op deze locatie; en over hoe Henri Hijmans naar Engeland probeerde te ontkomen maar in Frankrijk gearresteerd werd en naar Auschwitz gedeporteerd werd.
Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk
Denneweg 64
Het verhaal van Curt Bloch.
Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk
Programma 6 mei
Spaarwaterstraat 200
In mei 1940 telde Den Haag honderden Joodse ondernemers, van marktkooplieden tot antiquairs en van bioscoopeigenaren tot staalmagnaten wier families soms al eeuwenlang in Den Haag woonden. Corien Glaudemans doet onderzoek naar deze ondernemers en geeft hierover een lezing
Deze locatie is niet rolstoeltoegankelijk