Steenwijk

Reeds voor 1700 vestigde het eerste Joodse gezin zich in Steenwijk. Het stadsbestuur trachtte rond 1720 meer Joodse kooplieden naar Steenwijk te halen in een poging om zo de handel te stimuleren. Aanvankelijk liep dit op niets uit, maar in de loop van de achttiende eeuw vestigden zich er meerdere Joodse gezinnen. Deze begroeven hun doden vanaf circa 1775 op de begraafplaats aan de Schapendrift, ten zuiden van Noordwolde. Rond 1795 werd de begraafplaats aan de huidige Eesveenseweg in Steenwijk aangekocht, deze werd in 1807, in 1860 en in 1911 uitgebreid.

Ook na de burgerlijke gelijkstelling in 1796 ondervonden Joden soms nog belemmeringen wanneer zij zich in Steenwijk wilden vestigen. Desondanks nam het aantal Joden zowel in het stadje zelf als in de omliggende plaatsen snel toe.

Prentbriefkaart van de Gasthuisstraat in Steenwijk met synagoge, ca. 1943

Prentbriefkaart van de Gasthuisstraat in Steenwijk met synagoge, ca. 1943

Aan het begin van de negentiende eeuw werden de godsdienstoefeningen gehouden in een privé-huis in Steenwijk. In 1813 werd een kamer aangekocht in de Gasthuisstraat, die zes jaar later gerenoveerd werd en uitgebreid tot een echte synagoge. In de vijftiger jaren van de negeniende eeuw leidde een intern conflict over vernieuwingen tot een scheuring binnen de gemeente. De hereniging in 1869 was aanleiding tot de bouw van een nieuwe synagoge eveneens in de Gasthuisstraat, op de hoek van de Kornputsingel.

De kinderen kregen aanvankelijk Joods onderwijs in een lokaal van de stedelijke school, in 1849 werd een eigen schoolgebouw opgetrokken. Nog in 1917 werd naast de synagoge een nieuwe Joodse school ingericht.

Behalve de kerkenraad, het kerkbestuur en een penningmeester voor het Heilige Land waren in Steenwijk diverse genootschappen en verenigingen voor o.a. het begrafeniswezen, zorg voor het interieur van de synagoge en Tora studie.

De economische situatie van de Steenwijkse Joden was over het algemeen goed, zij waren voornamelijk actief in de (textiel)handel en de vleeshouwerij. Ook een grote specerijenhandel had een Joodse eigenaar. Een aantal Joden uit Steenwijk nam deel aan het stads- en provinciaal bestuur.

Tijdens de Duitse bezetting werden in Steenwijk dezelfde anti-Joodse maatregelen genomen als in de rest van ons land. In september 1942 werd een aantal Joden in een werkkamp bij Staphorst ondergebracht en tewerkgesteld. Bijna de helft van de Joodse inwoners van Steenwijk heeft de oorlog weten te overleven, meestal in onderduik. De overigen werden naar de kampen in het Oosten gedeporteerd en zijn daar omgekomen.

De synagoge en het interieur zijn in de oorlog behouden gebleven, ondanks het feit dat het gebouw als opslag gebruikt werd. Ook de rituele voorwerpen en de Tora-rollen bleven bewaard.

Na de oorlog werd het Joodse leven in Steenwijk korte tijd hervat, maar de synagoge werd niet regelmatig meer gebruikt. In 1948 werd het gebouw verkocht en uiteindelijk gesloopt. Een deel van de rituele voorwerpen werd aan het Joods Historisch Museum geschonken. De Joodse gemeente werd in 1964 opgeheven en bij die van Zwolle gevoegd.

De plaatselijke overheid draagt tegenwoordig zorg voor de Joodse begraafplaats aan de Eesveenseweg. Een project, waarbij 180 grafstenen onder auspiciën van de stichting Beth Chaim gerestaureerd werden, is in juni 2001 afgesloten. Het reinigingshuisje op de begraafplaats werd in 1985 herbouwd. In de gevel bevindt zich een gedenksteen voor de Joodse inwoners van Steenwijk die de oorlogsjaren niet overleefden.

In september 2005 werd op de hoek van de Van den Kornputsingel en de Gasthuisstraat een monument onthuld voor de 51 omgekomen Joodse inwoners van Steenwijk. In oktober 2007 werd er aan de gevel van een bankgebouw op diezelfde hoek, waar tot 1952 de synagoge stond, een gedenkplaat onthuld ter herinnering aan deze synagoge.

In Willemsoord, een in de jaren twintig van de negentiende eeuw in Steenwijkerwold gestichte armenkolonie, was een aparte Joodse buurt, de Jodenpol genaamd. Deze Joodse gemeenschap, die tussen 1830 en 1890 bestond, had een synagoge, een Joodse school en een begraafplaats, gelegen aan De Pol, nabij de huidige Prins Willem Alexanderstraat. De begraafplaats wordt door de overheid van Steenwijk onderhouden.

Ook in de nabij gelegen plaatsen Oldemarkt en Kuinre woonden gedurende de negentiende eeuw enige Joodse gezinnen.

Aantal Joden in Steenwijk en omgeving

jaar

1795

32

1809

78

1840

284

1869

199

1899

224

1930

123

1951

23