Sittard

Blijkens een kroniek uit de tweede helft van de veertiende eeuw zouden er in die tijd al Joden in Sittard gewoond hebben. Rond 1350 werden zij slachtoffer van de vervolgingen na de pestepidemie in 1349 en hebben er anderhalve eeuw geen Joden in Sittard gewoond.

Vanaf het begin van de zestiende eeuw verbleven er weer regelmatig Joden in Sittard; dit hing samen met de ligging van de plaats aan een drukke handelsroute. Allerlei beperkende maatregelen maakten hun positie onzeker en vanaf 1597 was het Joden verboden zich in of om de stad te bevinden.

In de twintiger jaren van de zeventiende eeuw vestigden zich sporadisch opnieuw Joden in Sittard. De begraafplaats op Fort Sanderbout is officieel pas in 1838 aangekocht, maar de oudste overgebleven grafsteen dateert uit 1715. Met toestemming van het plaatselijk gezag werd er in 1725 aan de Molenbeekstraat een synagoge ingewijd die tot 1853 in gebruik zou blijven. Het gebouw is in 1963 afgebroken.

Synagoge in de Plakstraat, ca. 1935

Synagoge in de Plakstraat, ca. 1935

-

Stadsarchief Sittard-Geleen

In de Franse tijd (1795-1813) maakte de Joodse gemeente van Sittard onderdeel uit van het Consistorie van Krefeld.

Bij de indeling in ressorten onder koning Willem I in 1816 kreeg Sittard de status van Ringsynagoge. Tegen het midden van de negentiende eeuw was het aantal gemeenteleden dusdanig toegenomen dat er behoeft aan een nieuwe synagoge ontstond. Deze werd gebouwd aan de Plakstraat en in 1853 ingewijd. Drie jaar later werd het gebouw uitgebreid met een woning voor de koster, een ritueel bad, een matzebakkerij en een studeervertrek. In 1892 onderging de vrouwengalerij een uitbreiding.

Naast een kerkenraad en een kerkbestuur had de Joodse gemeente een penningmeester voor het Heilige Land. Ook waren er in Sittard verscheidene verenigingen en genootschappen actief op sociaal, religieus en cultureel gebied. In de tweede helft van de negentiende eeuw was er een Joodse armenschool, waar als gevolg van de Wet op het Lager Onderwijs vanaf 1861 alleen onderwijs in religieuze vakken gegeven werd.

De begraafplaats op Fort Sanderbout is tot 1869 in gebruik geweest, daarna werd tot 1889 op een speciaal Joods gedeelte van de Algemene Begraafplaats aan de Wal begraven. In dat jaar werd in dezelfde buurt nog een stuk grond in gebruik genomen als Joodse begraafplaats. Ook in het nabij gelegen Limbricht bevond zich een Joodse begraafplaats, het 'Jodenputje', die tevens door Sittardse families gebruikt werd.

In de laatste decennia van de negentiende eeuw werd de Joodse gemeente van Sittard geplaagd door interne conflicten, waardoor er korte tijd een scheuring ontstond. Beroepsmatig waren de Joden actief in het slagersvak, de paarden- en veehandel en in de detail- en kledinghandel. Maatschappelijk gezien waren zij geïntegreerd in het plaatselijk leven en namen o.a. deel aan het jaarlijkse carnaval.

Na de machtsovername in Duitsland in 1933 vestigden vele Joodse vluchtelingen zich in het nabij de grens gelegen Sittard. Meteen na de bezetting van de stad in mei 1940 werd de synagoge gesloten. Gedurende de volgende jaren werd het interieur vernield. DeTora-rollen waren verstopt in een plaatselijk museum en bleven behouden.

Net als elders in het land werden de Joodse kinderen in september 1941 uitgesloten van openbaar onderwijs. De Joodse school in Sittard heeft tot april 1943 gefunctioneerd. Tussen de zomer van 1942 en eind maart 1943 zijn de Joodse inwoners van Sittard via Westerbork en Vught naar de kampen in Polen gedeporteerd en daar vermoord. Slechts weinigen wisten door onder te duiken te overleven.

Na de bevrijding werd de synagoge hersteld en in 1945 weer in gebruik genomen. Spoedig daarna begon echter de leegloop, zodat de Joodse gemeente van Sittard in 1947 officieel opgeheven werd en bij die van Maastricht gevoegd. De synagoge en de leraarswoning zijn in 1953 gesloopt. Vanaf 1964 is een gedeelte van de Algemene begraafplaats Vrangendael aan de Wehrerweg ingericht als Joodse begraafplaats. De oudere begraafplaatsen zijn geruimd, de stoffelijke resten zijn overgebracht naar Vrangendael.

In september 1994 is de gedenksteen die herinnert aan de omgebrachte Sittardse Joden overgebracht van de begraafplaats naar de stadstuin. In 1995 zijn er twee plaquettes onthuld in respectievelijk de Molenbeekstraat en de Plakstraat, die aan de synagogen herinneren.

Brunssum
In het nabij gelegen Brunssum werd tijdens de bezetting door de NV-groep voor 48 kinderen een onderduikadres gevonden. In 1989 is in de plaats een monument onthuld ter nagedachtenis aan de Joodse slachtoffers van de Duitse terreur.

Aantal Joden in Sittard en omgeving

jaar

1794

49

1809

119

1840

152

1869

195

1899

173

1930

125