Middelburg

Voorhang voor de Heilige Art, aangeboden in 1829 door Ansjel ben Hirsj en zijn vrouw Jitche aan de joodse gemeente Middelburg

Voorhang voor de Heilige Art, aangeboden in 1829 door Ansjel ben Hirsj en zijn vrouw Jitche aan de Joodse gemeente Middelburg

In archiefstukken uit de vijftiende en zestiende eeuw wordt melding gemaakt van uit Spanje en Portugal afkomstige Joden, die zich in Middelburg bekeerd hadden tot het christendom. Vanaf het begin van de zeventiende eeuw konden enige Portugees Joodse handelaren en hun gezinnen zich blijvend in de stad vestigen, ondanks tegenstand van de plaatselijke protestantse geestelijkheid.

Voor hun godsdienstoefeningen maakten zij vanaf 1641 gebruik van het huis 'St. Pieter' aan de Rouaanse Kade 17. Een aanzienlijke toename van het ledental van de gemeente vond plaats in 1654, toen een groot aantal Portugese Joden uit Brazilië terugkeerde en zich in Middelburg vestigde. Een jaar later mochten de Joden een begraafplaats pachten buiten de Seispoort, de z.g. Jodengang. Ondanks alle bezwaren van de kant van de leden van de gereformeerde kerkenraad verleende het stadsbestuur in 1700 de Joden alle veiligheid en vrijheid die op dat moment ook in sommige steden elders in de Nederlanden gewaarborgd was. Inmiddels was de Portugees Joodse gemeenschap over haar hoogtepunt heen en was de leegloop naar Amsterdam en Den Haag begonnen. In 1725 voegden de laatste Portugezen zich bij de inmiddels ontstane gemeente van Hoogduitse Joden.

Gravure van de synagoge en de begraafplaats der Hoogduitse joden te Middelburg, ca. 1705

Gravure van de synagoge en de begraafplaats der Hoogduitse joden te Middelburg, ca. 1705

Vanaf het einde van de zeventiende eeuw hadden zich ook Hoogduitse Joden in Middelburg gevestigd. In 1704 kregen zij een eigen begraafplaats toegewezen aan het Seisbolwerk. Een jaar later werd de synagoge aan de Herenstraat ingewijd. Ook de Hoogduitse Joden waren voornamelijk werkzaam in de handel. Aanvankelijk was er sprake van enige wrijving tussen beide Joodse gemeenten.

De toename van het aantal Joodse bedelaars en behoeftigen bracht de Joodse autoriteiten er toe rond het midden van de achttiende eeuw een beperkt toelatingsbeleid te voeren. Ook de stedelijke overheid mengde zich in deze periode in interne Joodse aangelegenheden en twisten.

In de eerste helft van de negentiende eeuw groeide de Joodse gemeente in Middelburg en omliggende gemeenten aanzienlijk. Zowel in het stadje Zierikzee als in Middelburg droeg een katoenweverij van Joodse eigenaars bij tot toename van de werkgelegenheid. In het begin van de negentiende eeuw werd een Joodse school opgericht, waar zowel algemeen als Joods onderwijs werd gegeven. In 1906 werd een nieuw schoolgebouw ingewijd aan de Lange Delft. Aan het einde van de negentiende eeuw was er in Middelburg naast de kerkenraad en het kerkbestuur, dat tevens dienst deed als armbestuur, ook een penningmeester voor het Heilige Land actief. Bovendien was er een aantal genootschappen, die zich bezig hielden met begrafenissen en ziekenzorg en het onderhoud van het synagoge-interieur. Andere verenigingen bevorderden studie en kennis van het Jodendom en van de Tora en het uitoefenen van ambachten en handwerken. In de zestiger jaren van de negentiende eeuw bestond er een Middelburgse afdeling van de Maatschappij tot Nut der Israëlieten.

In de eerste helft van de twintigste eeuw liep het aantal leden van de Joodse gemeente van Middelburg en de omringende plaatsen sterk terug. In de dertiger jaren waren er twee Joodse gemeenteraadsleden in de stad. Tijdens de bezetting zijn bijna alle Joden uit Zeeland in maart 1942 naar Amsterdam geëvacueerd en vervolgens naar het oosten gedeporteerd. Geen van hen is teruggekeerd. Een klein deel van de Joodse bevolking wist onder te duiken en aldus te overleven.

Al in 1940 plunderden NSB-ers de synagoge. Een klein deel van de gebruiksvoorwerpen was op tijd verborgen en is na de oorlog aan de gemeente Oss geschonken. Een aantal textiele voorwerpen bevindt zich in het Joods Historisch Museum te Amsterdam. Het synagogegebouw werd bij de bevrijding van Walcheren in 1944 door een granaatinslag vrijwel geheel verwoest.

Parochet in de synagoge Middelburg

Parochet in de synagoge Middelburg

-

Gemaakt door Jet Naftaniël

Na de bevrijding is een klein aantal Joden naar Middelburg teruggekeerd. Op de Joodse begraafplaats bij de Walensingel staat een monument voor alle uit Zeeland gedeporteerde Joden. De stedelijke autoriteiten dragen zorg voor het onderhoud van de beide Joodse begraafplaatsen. De Portugese begraafplaats staat op de monumentenlijst en werd in 1997-1998 gerestaureerd.

Ook de synagoge is gerestaureerd en werd in november 1994 heringewijd. Op 30 juni 2004 werd in de synagoge Middelburg voor het eerst sinds de oorlog weer een Joods huwelijk voltrokken. Er is een hechte Joodse gemeenschap, de Joodse Gemeente Zeeland, waar enkele tientallen mensen bij aangesloten zijn. De Stichting Synagoge Middelburg is eigenaar en beheerder van de synagoge en verzorgt er culturele activiteiten.

Naast de Joodse gemeente is ook de Stichting Joods Maatschappelijk Werk en de Federatie Joodse Bejaardenzorg in Middelburg actief.

Op 28 december 2006 is in de synagoge aan de Herenstraat de nieuwe parochet onthuld. De parochet is in opdracht van de Stichting Synagoge gemaakt door Jet Naftaniël-Joëls.

Aantal Joden in Middelburg en omgeving

jaar

1705

13 fam

1809

245

1840

425

1869

305

1899

241

1930

131

1951

20

1971

32

1998

35