Hoogeveen

Aan het einde van de zeventiende eeuw wordt in Hoogeveen voor het eerst melding gemaakt van Joodse inwoners. Vanaf het begin van de achttiende eeuw vestigen zich er blijvend Joden. Toch worden er nog gedurende die gehele eeuw door de overheid van Hoogeveen allerlei maatregelen genomen om de komst en blijvende vestiging van Joden zo moeilijk mogelijk te maken.

In 1755 ontstaat er een georganiseerde Joodse gemeente, die vanaf datzelfde jaar synagogediensten houdt in een privéwoning aan de tegenwoordige Hoofdstraat. Ruim veertig jaar later, in 1799, wordt in de huidige Schutstraat een synagoge ingewijd. Dit gebouw is in 1865-1866 afgebroken en vervangen door een nieuwe synagoge.

Prentbriefkaart van de synagoge in Hoogeveen, ca. 1907

Prentbriefkaart van de synagoge in Hoogeveen, ca. 1907

Op de oudste begraafplaats, gelegen bij de Grote Kerk, dateren nog enige zerken uit de achttiende eeuw. Tussen 1804 en 1831 is er een Joodse begraafplaats aan de Krakeelse Opgaande in gebruik geweest. In 1831 werd aan de Zuiderweg een nieuwe begraafplaats opengesteld. Ook in het nabijgelegen dorp Ruinen was een Joodse begraafplaats, gelegen aan de Monnikenweg.

In de negentiende eeuw breidde de Joodse gemeente Hoogeveen zich flink uit. Ze werd in het midden van de eeuw, na Meppel de op een na grootste van de provincie. Wel werd de gemeente geplaagd door ernstige conflicten, zodat er een tijd lang door een scheuring sprake was van twee Joodse gemeenten. In 1871 vond er een hereniging plaats. De kinderen volgden onderwijs op de plaatselijke Joodse school. In 1872 werd een nieuw schoolgebouw in gebruik genomen.

Prentbriefkaart van de synagoge in Hoogeveen, ca. 1918

Prentbriefkaart van de synagoge in Hoogeveen, ca. 1918

Naast de kerkenraad en het armbestuur waren er in Hoogeveen diverse genootschappen actief die zich bezig hielden met liefdadigheid, hulp aan zieken en verzorgen van begrafenissen. Ook bestond er rond de eeuwwisseling een Joodse toneelvereniging.

Tijdens het interbellum waren verscheidene Joden lid van de gemeenteraad van Hoogeveen. In de dertiger jaren vestigden een tiental Joodse vluchtelingen uit Duitsland zich in de plaats.

Tijdens de bezetting zijn in oktober 1942 bij één razzia vrijwel alle Joden gearresteerd en via Westerbork naar de vernietigingskampen gedeporteerd. Geen van hen is teruggekeerd. Enkele tientallen Joodse inwoners van Hoogeveen wisten zich te redden door onder te duiken.

De synagoge, die in februari 1944 door de Duitsers geplunderd en beschadigd was, is in 1948 verkocht en deed jarenlang dienst als gereformeerde kerk. In 1995 werd het gebouw verkocht aan de baptistengemeente.

Een monument bij de ingang van de Joodse begraafplaats aan de Zuiderweg vermeldt de namen van de gedeporteerden. Een marmeren gedenkteken bij de voormalige synagoge aan de Schutstraat eert de nagedachtenis van de vermoorde Joden van Hoogeveen. De Joodse begraafplaats aan de Zuiderweg wordt nu door de plaatselijke overheid onderhouden.

Tegenwoordig bestaat er een actieve Joodse gemeenschap in Hoogeveen, die sinds 1988 samen met Assen en Emmen gefuseerd is tot de NIG Drenthe.

Op de Brink van het nabijgelegen Ruinen is in maart 2006 een Joods monument onthuld ter nagedachtenis aan de elf Joodse bewoners die tijdens de Tweede Wereldoorlog in concentratiekampen om het leven kwamen.

In de bossen bij Gijsselte is een gedenksteen geplaatst op de plek van een voormalig werkkamp, waar tussen januari en oktober 1942 tweehonderd Joodse mannen gedwongen tewerk werden gesteld.

Aantal Joden in Hoogeveen en omgeving

jaar

1809

163

1840

286

1869

484

1899

417

1930

237

1951

27

1971

17