Harderwijk

De eerste aanwijzing voor de aanwezigheid van Joden in Harderwijk dateert uit 1590. In de tweede helft van de zeventiende eeuw weet een Joodse vleeshouwer zich in de plaats te vestigen ondanks een officieel verbod. De stedelijke Bank van Lening wordt in 1715 voor de eerste maal aan een Jood verpacht; tot in het midden van de negentiende eeuw zal de leenbank in Joodse handen blijven.

Vanaf 1760 konden Joden in Harderwijk de rechten van ingezetene krijgen en twee jaar later werd hen het poorterschap toegestaan. In het tweede decennium van de achttiende eeuw krijgen de Joodse inwoners van Harderwijk de beschikking over een begraafplaatslangs de stadsmuur, achter de Grootepoort.

Voormalige synagoge Harderwijk, ca. 1950

Voormalige synagoge Harderwijk, ca. 1950

De plaatselijke universiteit trok een groot aantal Joden aan, die zich vooral in het recht en de geneeskunde bekwaamden. In 1759 werd toestemming verleend om openbare godsdienstoefeningen te houden in een speciaal daartoe ingerichte kamer. De eerste synagoge werd in 1773 in gebruik genomen. Ook het reglement van de Joodse gemeente dateert uit deze periode. Bij interne conflicten greep de stadsraad in; deze instantie moest nog tot in de Franse tijd Joden van buiten de stad toestemming verlenen zich in Harderwijk te vestigen.

In 1813 leefden er in Harderwijk dertien Joodse gezinnen, waarvan de kostwinners merendeels in de handel werkzaam waren, of als slachter of tabaksteler. De uit 1817 daterende synagoge aan de Jodenkerksteeg stond twintig jaar later reeds op instorten en moest daarom in 1839 ingrijpend gerestaureerd worden. Het gebouw heeft tot aan de Tweede Wereldoorlog dienst gedaan. 

In 1852 werd in het nabijgelegen Tonsel een nieuwe Joodse begraafplaats ingericht. Naast een kerkbestuur, dat tevens dienst deed als armbestuur en bestond uit drie leden, waren in Harderwijk ook twee studiegenootschappen en een vrouwengenootschap actief. Enkele Joden namen als gemeenteraadslid aan het openbare leven deel.

De Joodse kinderen van Harderwijk kregen tot 1857 les op een Joodse school, daarna werden de niet-religieuze vakken op de openbare school gevolgd.

Familiefoto van de familie Beem gemaakt in Harderwijk, ca. 1910

Familiefoto van de familie Beem gemaakt in Harderwijk, ca. 1910

Aan het einde van de negentiende eeuw begon de neergang van de Joodse gemeente van Harderwijk doordat veel leden naar het westen trokken. In het nabijgelegen Ermelo groeide daarentegen de Joodse gemeenschap. Rond 1920 waren er in Harderwijk ongeveer tachtig vluchtelingen uit Oost-Europa geïnterneerd. In 1925 werd in de plaats het Joodsch Militair Tehuis geopend voor de vele Joodse soldaten die in de omgeving waren gelegerd.

Na de bezetting van Nederland in mei 1940 en de ontruiming van de kustgebieden kwamen er vele gevluchte Duitse Joden in Harderwijk en omgeving terecht. Vrijwel alle in en om Harderwijk woonachtige Joden zijn gedeporteerd en niet teruggekeerd uit de kampen. Slechts enkelen konden onderduiken. Het synagogegebouw bleef onbeschadigd, maar het interieur werd geplunderd. De Torarollen zijn na de oorlog aan de gemeente Winterswijk geschonken.

In 1947 is de Joodse gemeente van Harderwijk ontbonden en bij die van Apeldoorn gevoegd. De synagoge werd verkocht en heeft na de oorlog onder andere dienst gedaan als buurthuis en milieucentrum. In 1995 werd aan het gebouw een plaquette aangebracht ter nagedachtenis aan de vermoorde Joodse medeburgers.

Herinneringswand in synagoge Harderwijk, 2011

Herinneringswand in synagoge Harderwijk, 2011

Sinds december 2003 is het gebouw eigendom van het interkerkelijk jongerenwerk in Harderwijk (Stichting Algemeen Christelijk Jeugdwerk) en wordt nu gebruikt als ontmoetingshuis.

In april 2011 werd in de voormalige synagoge aan de Jodenkerksteeg een herinneringswand onthuld over Joodse Harderwijkers en over het Joodse leven dat uit Harderwijk is verdwenen.

De Joodse begraafplaats De Veldkamp aan de Lindenlaan wordt onderhouden door de plaatselijke gemeente.

Harderwijks bekendste Joodse inwoner was Hartog Beem (1892-1987), een van de belangrijkste pioniers op het gebied van de mediene-geschiedschrijving en het West-Jiddisj.

Aantal Joden in Harderwijk en omgeving

jaar

1809

38

1840

56

1869

192

1899

81

1930

57