Gennep

De Joodse gemeente van Gennep ontstond omstreeks 1845, maar er zijn aanwijzingen dat ook in de zeventiende en achttiende eeuw Joden in de plaats woonden. Zij waren echter zo gering in aantal dat ze tot het midden van de negentiende eeuw tot de Joodse gemeente van Sittard gerekend werden. Ook na het zelfstandig worden van de gemeente bleef het aantal leden gering.

Synagoge in Gennep, ca. 1930

Synagoge in Gennep, ca. 1930

-

RDMZ

De synagoge aan de Kerkstraat (de huidige Torenstraat) werd in 1874 ingewijd, terwijl het pand al in 1864 aangekocht was. Op de in 1842 officieel in gebruik genomen begraafplaats aan de huidige Davidlaan werd al voordien begraven; de oudste grafsteen dateert uit 1794. Het kerkbestuur van de Joodse gemeente van Gennep bestond uit twee personen. De kinderen kregen Joodse les van een onderwijzer uit Cuijk. Gennep telde twee Joodse genootschappen: één voor het bijeenbrengen van gelden voor de synagoge en een vrouwengenootschap voor de verzorging van zieken en overledenen en voor het textiel in de synagoge.

Vluchtelingen uit Duitsland zorgden aan het einde van de dertiger jaren van de twintigste eeuw voor een aanzienlijke aanwas van de Joodse inwoners van Gennep. Van de helft van hen is bekend dat zij naar Polen gedeporteerd zijn. Over het lot van de anderen is niets met zekerheid te zeggen. De synagoge is tijdens een bombardement beschadigd en niet gerestaureerd. In 1947 werd de Joodse gemeente opgeheven en bij Venlo ingedeeld. Op het terrein, waar eens de synagoge stond, staat nu een klooster. De begraafplaats wordt door de gemeente Gennep onderhouden.

Aantal Joden in Gennep en omgeving

jaar

1809

15

1840

26

1869

31

1899

28

1930

20