Beilen

In Beilen bestond sinds 1850 een georganiseerde Joodse gemeente, maar deze viel tot 1855 onder de Joodse gemeente van Assen. De synagogediensten werden in een klein, oud huis gehouden. In 1885 werd Beilen als bijkerk erkend en werd een nieuwesynagoge ingewijd. De bouw van de synagoge vond plaats met financiële steun van niet-Joodse inwoners.

In 1860 werd een begraafplaats aan de Eursing aangekocht. Een genootschap droeg zorg voor de begrafenissen. De Joodse kinderen kregen godsdienstonderwijs van een leraar van buiten de plaats. Vanaf 1903 had dit schooltje een eigen gebouw. Voor het gebruik van het rituele bad was men aangewezen op Assen of Hoogeveen.

In 1939 werd in de gemeente Beilen het vluchtelingenkamp Westerbork opgericht. Dit deed gedurende de Tweede Wereldoorlog dienst als doorgangskamp bij de deportatie van de Nederlandse Joden. Ook uit Beilen werd het merendeel der Joodse inwoners naar de concentratiekampen in Oost-Europa gedeporteerd en daar omgebracht. De burgemeester van de plaats, die medewerking aan de deportaties weigerde, werd uit zijn functie gezet en uit de provincie Drenthe verbannen. Op het voormalige kampterrein is nu het Herinneringscentrum Kamp Westerbork gevestigd.

De inboedel van de synagoge is geroofd en het gebouw werd door de Duitsers als garage gebruikt. Na de oorlog is de synagoge afgebroken. In 1950 werd de zelfstandige Joodse gemeente Beilen opgeheven en met Assen verenigd. De plaatselijke overheid draagt zorg voor de Joodse begraafplaats. De grafstenen op deze begraafplaats werden geïnventariseerd in het Stenen Archief.

De gevelsteen van de voormalige synagoge is in 1991 in de hal van het stadhuis van Beilen geplaatst.

Aantal Joden in Beilen en omgeving

jaar

1809

21

1840

26

1869

71

1899

69

1930

65