Zuidland

Al vóór 1800 leefden er Joden in Zuidland, die officieel tot de Joodse gemeente van Heenvliet behoorden. Aan het einde van de negentiende eeuw werd Zuidland een zelfstandige Joodse gemeente. Aanvankelijk vonden de godsdienstoefeningen plaats in een privéwoning, maar in 1887 werd een pand aan de Breedstraat als synagoge ingericht. Een jaar later werd de Joodse begraafplaats aan de Kerkweg in gebruik genomen.

In 1911 trad er een scheuring op in de Joodse gemeente van Zuidland, waarna de meeste orthodoxe leden zich bij de gemeente Heenvliet voegden. Als gevolg daarvan werden de diensten in Zuidland vervolgens in een kamer gehouden.

Het merendeel van de Zuidlandse Joden was werkzaam in de textielhandel, de veehandel en de vleeshouwerij. Er waren in de plaats twee verenigingen actief: een jongeren- en een vrouwenvereniging.

Tijdens de bezetting zijn alle Joden uit Zuidland in oktober en november 1942 gedeporteerd en vervolgens vermoord. Na de oorlog werd de Joodse gemeente Zuidland officieel opgeheven en bij die van Rotterdam gevoegd. De Joodse begraafplaats wordt sinds 1965 onderhouden door de plaatselijke overheid en is in 1991 opgeknapt. De grafstenen op deze begraafplaatsen zijn geïnventariseerd in het Stenen Archief.

Een aantal straatnamen in de plaats verwijst naar de band met Israël en de vroegere Joodse medeburgers.

Aantal Joden in Zuidland en omgeving

jaar

1809

11

1840

10

1869

15

1899

57

1930

18