Winschoten

Kort na het midden van de achttiende eeuw vestigden de eerste Joden zich in Winschoten. Al spoedig vormde zich een georganiseerde Joodse gemeente, die in 1788 een verzoek indiende om goedkeuring van de statuten van hun synagoge. In 1897 werd de synagoge aan de Langestraat ingewijd, daarvoor vonden de diensten plaats aan de Buiten Venne.

De Joodse gemeente van Winschoten groeide in de negentiende eeuw snel tot percentueel de grootste van ons land, ná Amsterdam. Mede daardoor voldeed de synagoge aan de Langestraat rond 1850 niet langer aan de eisen, waarop er in 1854 een nieuw gebouw in de Bosstraat in gebruik genomen werd. Enkele jaren later ontstond er als gevolg van interne conflicten een scheuring binnen de Joodse gemeenschap, die in 1860 weer ongedaan gemaakt werd.

De Winschoter Joodse Jeugdgroep, ca. 1935

-

RA Groningen

Het is niet bekend wanneer de Joodse begraafplaats aan de Liefkensstraat aangekocht werd, maar hij is in ieder geval tussen 1786 en 1828 in gebruik geweest. Daarna werden de doden begraven op een nieuwe begraafplaats in het Achteruit, het huidige St. Vitusholt, buiten de stad. Er was in Winschoten ook een Joodse school. Deze betrok in 1900 een nieuw gebouw in de Bosstraat, dat tevens dienstwoningen en een zaal voor bijeenkomsten bevatte.

Naast een kerkbestuur van zeven leden was er binnen de Winschoter Joodse gemeenschap een armbestuur en een penningmeester voor het Heilige Land. De plaats telde eveneens enkele genootschappen en verenigingen, waaronder een begrafenisgenootschap voor mannen en voor vrouwen, een afdeling van de Maatschappij tot Nut van de Israëlieten, enige culturele verenigingen, een godsdienstig genootschap en een jeugdgroep.

In de negentiende eeuw waren veel van de Winschoter Joden armlastig, deze situatie veranderde in de loop van de twintigste eeuw ten goede. De belangrijkste beroepen onder de Joden waren de veehandel en de vleeshouwerij. Ook was een aantal van hen werkzaam in de tabaksindustrie.
In de dertiger jaren van de twintigste eeuw kwam er een aanzienlijk aantal Joodse vluchtelingen uit Duitsland naar Winschoten via de nabijgelegen grensovergang in Nieuweschans.

Gedurende de Duitse bezetting werden de Joodse inwoners van Winschoten getroffen door alle beperkende maatregelen die ook elders genomen werden. Een regionale Joodse kleuterschool, een lagere school en een ULO werden eind september 1941 opgericht en bleven tot februari 1943 functioneren. Tussen augustus 1942 en de eerste maanden van 1943 werden vrijwel alle Joodse inwoners van Winschoten opgepakt en naar Westerbork overgebracht. Vandaar werden zij naar de concentratiekampen in het oosten gedeporteerd. Slechts een enkeling keerde terug. Ook enige onderduikers wisten de oorlogsjaren te overleven.

De synagoge werd geplunderd, maar de Torarollen waren op tijd naar Amsterdam overgebracht en bleven zo gespaard.

Na de oorlog is de synagoge en de ernaast gelegen school verkocht. Het gebouw deed een tijd lang dienst als kerk van de Vrijgemaakte Gereformeerde Gemeente. In november 1995 veranderde de bestemming en werd er in de voormalige synagoge een galerie voor moderne woonkunst gevestigd. Een gedenksteen bij het metaheerhuis op de grote Joodse begraafplaats herinnert aan de Joodse slachtoffers van de nazi-terreur.

De Joodse gemeente van Winschoten werd in 1964 bij die van Groningen gevoegd. Een plein in Winschoten heet het Israëlplein. De plaatselijke overheid onderhoudt tegenwoordig de begraafplaats.

In 1998 werd aan het vroegere rabbinaatshuis aan de Bosstraat een plaquette onthuld ter nagedachtenis aan gedeporteerde en vermoorde Joodse inwoners van Winschoten. De woning werd in 2001 gerestaureerd, waarna de benedenverdieping met het mikwe tot vergader- en expositieruimte van de Joodse gemeenschap werd bestemd.

In april 2005 werd in Winschoten een monument onthuld met de namen van alle Joodse inwoners die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen.

Aantal Joden in Winschoten en omgeving

jaar

1797

100

1809

187

1840

368

1869

661

1899

852

1930

510

1951

17