Uithoorn

Aan het eind van de achttiende eeuw vestigden de eerste Joden zich in de gemeente Thamen, gelegen op de grens van de provincies Noord-Holland en Utrecht. In 1803 kochten vijf Amsterdamse Joden de mennonitische kerk van Mijdrecht en schonken die aan de Joden van Thamen. Het gebouw werd opgeknapt en in 1805 ingewijd als synagoge.

De kleine Joodse gemeenschap bestond voornamelijk uit slagers en venters. In 1818 werden zowel de burgerlijke als Joodse gemeente Thamen opgesplitst in Uithoorn en Mijdrecht.

De Joodse gemeente Uithoorn verkreeg in 1821 de status van Ringsynagoge. Op dat moment viel Mijdrecht onder de Ringsynagoge Maarssen. Vanaf omstreeks 1835 tot 1906 was Mijdrecht een zelfstandige Joodse gemeente, maar het Joodse leven bleef nauw verbonden met dat van Uithoorn. In 1900 werd de synagoge van Uithoorn wegens de slechte bouwkundige staat gesloopt en door een nieuw gebouw vervangen.

Prentbriefkaart van de Mennonietenbuurt in Uithoorn met uiterst rechts de synagoge, ca. 1904

Prentbriefkaart van de Mennonietenbuurt in Uithoorn met uiterst rechts de synagoge, ca. 1904

Naast een kerkbestuur was er in Uithoorn ook een armbestuur actief. De kinderen van Uithoorn en Mijdrecht kregen religieus onderricht van een godsdienstonderwijzer. In Uithoorn droegen twee genootschappen zorg voor het onderhoud van de synagoge en het begraven der doden. De Joodse gemeente van Uithoorn beschikte zelf niet over een begraafplaats, maar maakte gebruik van die van Alphen aan de Rijn. In de loop van de dertiger jaren raakte de synagoge zodanig in verval, dat het gebouw vanaf 1938 niet meer gebruikt werd. Een jaar later werd de inventaris verkocht.

Tijdens de oorlogsjaren besloten de Joodse inwoners van Uithoorn hun bouwvallige synagoge zelf af te breken, om plundering te voorkomen. De nog aanwezige waardevolle voorwerpen werden naar Amsterdam gebracht. Verreweg het grootste deel van de Joodse bevolking van Uithoorn werd tijdens de bezetting via Westerbork naar het oosten gedeporteerd en kwam om in de concentratiekampen. Vijf onderduikers wisten te overleven. In 1947 werd de Joodse gemeente van Uithoorn ontbonden en bij die van Amsterdam gevoegd.

Aantal Joden in Uithoorn en omgeving

jaar

1809

96

1840

99

1869

49

1899

48

1930

29