Stedum en Loppersum
Gedurende de zeventiende eeuw en de eerste helft van de achttiende eeuw wordt er sporadisch melding gemaakt van Joodse aanwezigheid in en rond de dorpen Stedum en Loppersum. Na 1750 vestigen zich de eerste Joden met hun gezinnen blijvend in de streek. Onder hen waren twee vleeshouwers.
Aanvankelijk kwamen de Joden voor hun godsdienstoefeningen zonder officiële vergunning bijeen in een privéwoning in Middelstum. Vanaf het begin van de negentiende eeuw werden er met toestemming van de plaatselijke autoriteiten diensten gehouden in een huis in Stedum.
De Joodse gemeente was tot 1821 zelfstandig en omvatte ook de dorpen rond Uithuizen. Tussen 1821 en 1830 werd Stedum en Loppersum een onderdeel van de Ringsynagoge van Appingedam, maar de gemeente behield een eigen bestuur. In 1830 werd de Joodse gemeente Stedum en Loppersum opnieuw een zelfstandige Bijkerk.
Waar de huissynagoge stond die rond het midden van de negentiende eeuw in gebruik was, is niet bekend. Vanaf de negentiger jaren diende een gebouw aan de weg naar Bedum als synagoge. Gedurende de gehele periode waarin er Joden in Stedum en Loppersum woonden werd Joods onderwijs gegeven. In het begin van de twintigste eeuw kwam hieraan een einde.
Tot 1863 werden de doden begraven op de Joodse begraafplaats van Appingedam. In dat jaar werd een stuk grond gepacht op de hoek van de Molenweg en de Schepperij in Loppersum en als begraafplaats ingericht. Deze was tot 1886 in gebruik. In juni 2013 werd op de hoek van de Molenweg en de Schepperijlaan een Joods monument onthuld met de 23 namen van de begravenen erop. Na 1886 kregen de Joden een deel van de Algemene Begraafplaats aan de Tuinbouwstraat toegewezen.
De meeste Joden waren werkzaam in de vleeshouwerij, de veehandel en andere handel en, in mindere mate, als kleermakers, stoffeerders en naaisters. In 1906 werd de vereniging Help Elkaar opgericht.
De Joodse gemeente was in de eerste decennia van de twintigste eeuw al zo klein geworden, dat er alleen op de Hoge Feestdagen en bij speciale gelegenheden synagogediensten gehouden werden. Toch werd er nog in 1922 een nieuw reglement opgesteld, en werd de synagoge drie jaar later nog gerestaureerd.
Gedurende de bezetting is vrijwel de voltallige Joodse bevolking van Stedum en Loppersum gedeporteerd en vermoord. Na de oorlog is de Joodse gemeente opgeheven en in 1948 bij die van Groningen gevoegd. Het synagogegebouw werd verkocht en kreeg een andere bestemming. De gevelsteen, die na de restauratie van 1925 was aangebracht, werd bevestigd aan de toren van de hervormde kerk in Stedum.
De plaatselijke autoriteiten dragen tegenwoordig de zorg voor Joodse begraafplaats.
Aantal Joden in Stedum en Loppersum en omgeving
jaar
1809
27
1840
50
1869
58
1899
62
1930
29