Schiedam

In 1786 gaf de stadsraad van Schiedam aan Joden uit Den Haag toestemming zich in de plaats te vestigen. Een jaar later werd hun een begraafplaats toegewezen op het terrein van de Burcht van Mathenesse. In 1821 verkreeg Schiedam een onafhankelijke status binnen het NIK.

In de negentiende eeuw groeide de Joodse gemeente gestaag. Het hoogste ledental werd aan het eind van de eeuw bereikt. Aanvankelijk was de synagoge gevestigd in een verbouwd huis aan het Broersveld. In 1826 verhuisde de synagoge naar een zaal van het Wachthuis, op de hoek van de Grote Markt en de Hoogstraat. Dertig jaar later werd een nieuwe synagoge gebouwd aan het Raam, die in 1859 ingewijd werd. Het gebouw is tot 1910 in gebruik geweest en werd in 1915 definitief gesloten en verkocht.

Synagoge te Schiedam, 1984

Synagoge te Schiedam, 1984

In het midden van de negentiende eeuw was er in Schiedam een kleine Joodse school, die in het begin van de twintigste eeuw snel in leerlingental afnam. In 1867 werd een vereniging voor de beoefening van Joodse wetenschap en godsdienstonderwijs opgericht.

Het kerkbestuur van de Joodse gemeente Schiedam bestond uit drie leden.

In 1930 werd bij de Poldervaart een Nieuwe Algemene Begraafplaats aangelegd, met eveneens een Joods gedeelte. Deze begraafplaats werd kort na de oorlog geruimd.

Aan de vooravond van de Duitse bezetting nam het aantal Joodse inwoners, zowel Nederlanders als Duitse vluchtelingen, in Schiedam aanzienlijk toe. Tijdens de bezetting is het overgrote deel van de Schiedamse Joden gedeporteerd en vermoord.

De Joodse gemeente Schiedam is in 1948 opgeheven en bij die van Rotterdam gevoegd. Bij de ruiming van de oude begraafplaats bij de Burcht van Mathenesse in 1962, zijn de graven overgebracht naar de Joodse begraafplaats aan het Toepad te Rotterdam.

De synagoge is in 1987 gesloopt.

Aantal Joden in Schiedam en omgeving

jaar

1809

65

1840

43

1869

123

1899

84

1930

74