Rijssen

Waarschijnlijk hebben er al in de achttiende eeuw enkele joden in Rijssen gewoond. In het laatste decennium van de eeuw kregen joodse inwoners van de plaats een begraafplaats toegewezen op De Hagen.

In 1813 telde de joodse gemeenschap acht gezinnen, waarvan de kostwinners als handelaar, vleeshouwer en landbouwer werkzaam waren. De kinderen bezochten de openbare school.

Na 1813 ontstond een georganiseerde gemeente, die in 1830 een synagoge aan de Elsenerstraat liet bouwen. Acht jaar later verkreeg Rijssen de status van onafhankelijke joodse gemeente. In 1878 werd de oude begraafplaats vervangen door een nieuwe, gelegen op de Brekelt aan de Arend Baanstraat. Zeven jaar later werd ook een nieuwe synagoge gebouwd.

Aan het begin van de twintigste eeuw bestond het kerkbestuur uit drie leden en was er een godsdienstleraar voor de kinderen. Aan de Wierdensestraat in Rijssen stond een sigarenfabriek van een joodse eigenaar.

De joden van Rijssen en omgeving zijn tussen november 1942 en april 1943 vrijwel allen gedeporteerd. Slechts enkelen keerden terug uit de kampen, een klein aantal wist als onderduiker te overleven. De synagoge werd als opslagplaats gebruikt; een deel van de inventaris was naar Almelo overgebracht en bleef daardoor behouden.

Rachel Pagrach (1838-1935), mutsenwasser te Rijssen

-

uit: Jaarboek Twente, 1985

Na de oorlog werd de synagoge van Rijssen verkocht. De joodse gemeente werd in 1948 opgeheven en bij die van Almelo werd gevoegd. De begraafplaats aan De Hagen is in 1949 geruimd.

De joodse begraafplaats aan de Arend Baanstraat wordt tegenwoordig door de plaatselijke overheid onderhouden.

In mei 1990 is op de begraafplaats een monument ingericht ter nagedachtenis aan de meer dan honderd Rijssense joden, die weggevoerd en vermoord werden. Aan de gevel van het pand aan de Elsenerstraat 47, waar eens de synagoge gevestigd was, is eind 1998 een gedenkplaat aangebracht.

Holten en Nijverdal
De oprichting van de Koninklijke Stoomweverij in het nabijgelegen Nijverdal, door de joodse familie Salomonson, was een belangrijke stimulans voor de economische ontwikkeling van die plaats. Ook in Holten werd door dezelfde familie halverwege de negentiende eeuw een bedrijf opgericht, waardoor het aantal joodse inwoners van de plaats aanzienlijk toenam. Een poging om een zelfstandige joodse gemeente te stichten strandde, maar wel werd in 1921 in Holten een synagoge gebouwd. Deze werd na de oorlog verkocht.

Prentbriefkaart van het Salomonspark in Nijverdal, ca. 1943

Tijdens de Duitse bezetting lag in 1942 in de omgeving van Nijverdal het joodse werkkamp Twilhaar. Nijverdal was tevens de kern van het georganiseerde verzet in Overijssel. Bij twaalf gezinnen zijn joodse kinderen ondergedoken geweest.

Hellendoorn
In Hellendoorn vormde zich in de tweede helft van de achttiende eeuw een kleine joodse gemeenschap, die in de loop van de negentiende eeuw langzaam in omvang toenam. Synagogediensten werden gehouden in een huis aan de Schapenmarkt. In de kelder van dit huis bevond zich een ritueel bad. Aanvankelijk begroeven de Hellendoornse joden hun doden in Raalte, vanaf 1852 was er een joodse begraafplaats in gebruik 'op de Nieuwstad' aan de huidige Ommerweg. Tegen het einde van de negentiende eeuw slonk de joodse gemeenschap weer. Het is niet bekend wat er met de synagoge gebeurd is.

De plaatselijke overheid draagt zorg voor de begraafplaats, waar tegenwoordig nog een tiental grafstenen zichtbaar is.

Aantal Joden in Rijssen en omgeving

jaar

1748

3

1809

57

1840

56

1869

121

1899

176

1930

207