Edam
De eerste Joodse vestiging in Edam dateert uit 1641, maar was van korte duur. Pas in 1722 kreeg opnieuw een Jood er een verblijfsvergunning. Aanvankelijk bleef het aantal Joodse inwoners van Edam beperkt, maar vanaf het einde van de achttiende eeuw is er sprake van een groeiende Joodse gemeenschap.
Tot 1791 werden in verschillende huizen godsdienstoefeningen gehouden. In augustus van dat jaar werd een achtervertrek op het Noorderachterom omgebouwd tot synagoge. De Joodse begraafplaats werd in 1793 ingericht en ligt aan de rand van de stad aan het Oorgat, bij de voormalige Oosterpoort.
In 1821 werd de Joodse gemeente Edam als ringsynagoge erkend. Aan de Grote Kerkstraat waren vanaf 1845 een kerkelijk badhuis en een schoollokaal gevestigd. Het schooltje heeft tot 1880 bestaan. Behalve het kerkbestuur was er in Edam ook een armbestuur.
In de loop van de negentiende eeuw nam het aantal Joodse inwoners van de plaats af. De Joodse gemeente van Edam werd in 1886 ontbonden en bij die van Monnickendam gevoegd. In 1967 werd tegenover de begraafplaats aan het Oorgat een Joods monument geplaatst. Het rituele bad werd bij opgravingen in 1976 bij toeval ontdekt.
Op 2 mei 2002 werd op de Joodse begraafplaats een gedenksteen onthuld met de namen, geboortedata en sterfdata van de Joodse oorlogsslachtoffers uit Edam erin gebeiteld. De grafstenen op deze begraafplaats zijn geïnventariseerd in het Stenen Archief.
Aantal Joden in Edam en omgeving
jaar
1809
84
1840
91
1869
66
1899
13
1930
2