Dwingeloo
Rond 1750 woonden er al een paar Joden in Dwingeloo. Aan het begin van de negentiende eeuw, in de Franse tijd, bestond er een georganiseerde en officieel erkende Joodse gemeente. Van een tiental gezinnen dat toen lid was, was de helft onbemiddeld. Ook de Joodse inwoners van Beilen en Ruinen, samen zeven gezinnen, behoorden tot de gemeente van Dwingeloo.
In 1821 werd de Joodse gemeente Dwingeloo een bijkerk in de Ring van Hoogeveen. Tot 1835 gebruikte men een kamer in een herberg voor de godsdienstoefeningen, daarna was de synagoge gevestigd in een gebouw dat tevens onderdak bood aan een smederij. Deze synagoge werd in 1846 opgeknapt en bleef daarna tot 1923 in gebruik. In dat jaar heeft een brand het gebouw verwoest; er is toen geen nieuwe synagoge meer ingericht.
De Joodse gemeente had vanaf 1830 de beschikking over een eigen begraafplaats in Dwingelerzand, ook wel de Dwingeler Duinen genoemd.
De Joodse inwoners van Dwingeloo woonden grotendeels dicht bij elkaar en speelden geen belangrijke rol in het openbare leven. De grootste omvang van de gemeente werd bereikt rond 1870.
Vanaf het begin van de eeuw tot de aanvang van de Tweede Wereldoorlog liep het aantal leden sterk terug. De enige Joodse vereniging in Dwingeloo was het begrafenisgenootschap.
Tijdens de Duitse bezetting zijn vrijwel alle leden van Joodse gemeenschap in Dwingeloo gedeporteerd en omgekomen in de concentratiekampen.
In 1950 werd de Joodse gemeente van Dwingeloo officieel opgeheven en bij die van Hoogeveen gevoegd. De Joodse begraafplaats wordt door het plaatselijke bestuur onderhouden, maar is ondanks een verzoek hiertoe niet op de lijst van beschermde monumenten geplaatst. De grafstenen op de begraafplaats zijn geïnventariseerd in het Stenen Archief.
In 2004 is een parochet afkomstig uit Dwingeloo, dat tijdens de Tweede Wereldoorlog ontvreemd werd, weer boven water gekomen en overgedragen aan het Joods Historisch Museum.
Aantal Joden in Dwingeloo en omgeving
jaar
1809
84
1840
63
1869
75
1899
47
1930
21
1951
230
1971
164
1998
128