Delfzijl

Delfzijl is een van de oudste vestigingsplaatsen van Joden in de provincie Groningen. Reeds in 1655 kregen enige Joden afkomstig uit Emden toestemming om zich in Delfzijl te vestigen. Ze verkregen de voor hen noodzakelijke godsdienstige rechten van huwelijk, besnijdenis en begrafenis. Nog in het zelfde jaar werd een begraafplaats ingericht aan de huidige Bredelaan in Farmsum, waar aanvankelijk alle Joden uit de streek begraven werden. De begraafplaats werd in 1703 en in 1775 uitgebreid.

In de achttiende eeuw waren de Joden in Delfzijl werkzaam in de handel in vlees, vee en stoffen. Ook met Emden werd veel handel gedreven. Rond 1800 kwam er een aanzienlijk aantal Joden uit Duitsland naar Delfzijl en Farmsum. De economische positie van de Joodse inwoners van beide plaatsen was redelijk.

In de Waterstraat te Delfzijl was een aantal joodse bedrijven gevestigd, ca. 1903

In de Waterstraat te Delfzijl was een aantal joodse bedrijven gevestigd, ca. 1903

In 1821 kreeg Delfzijl de status van Ringsynagoge bij de herindeling van het N.I.K..

De synagogediensten werden in die tijd in een voormalige stal van de cavalerie gehouden. Nadat dit gebouw in 1842 door koning Willem II aan de Joodse gemeente geschonken was, is het in hetzelfde jaar verkocht en werd er een andere synagoge ingewijd. In 1887 werd ook dit gebouw verkocht. Een nieuwe synagoge aan de Singel werd een jaar later ingewijd en is, na een restauratie in 1931, tot in de oorlogsjaren in gebruik geweest.

Binnen de Joodse gemeente functioneerde een aantal verenigingen: een begrafenisgenootschap, een vrouwengenootschap voor het onderhoud van de synagoge, een vereniging voor de bestudering van Joodse wetenschappen en een genootschap voor de verzorging van koosjer voedsel ten behoeve van Joodse patiënten in Groningse ziekenhuizen. Op cultureel gebied hebben er twee Joodse toneel- en zangverenigingen bestaan. Het kerkbestuur had ook de, vooral aan het begin van deze eeuw, belangrijke taak van armbestuur. Halverwege de negentiende eeuw werd er een godsdienstschool gesticht, die in 1921 weer is opgeheven.

In de Joodse gemeente rezen herhaaldelijk zodanige conflicten, dat het in 1857 tot een scheuring kwam. Rond 1860 verzoenden de partijen zich en werd de gemeente herenigd.

Aan het einde van de negentiende eeuw bereikte de Joods gemeente haar grootste ledental; de neergang zette in de loop van de twintigste eeuw in.
In maart 1942 werden de Joden uit Delfzijl gedwongen naar Amsterdam te verhuizen. Van daaruit zijn verreweg de meeste van hen naar het Oosten gedeporteerd en daar vermoord. Van de synagoge maakten de Duitse-bezetters een kolenopslag.

De Marktstraat in Delfzijl met op de hoek café Wivoli van Saartje Huisman oftewel 'Jeuden Saor', ca. 1903

De Marktstraat in Delfzijl met op de hoek café Wivoli van Saartje Huisman oftewel 'Jeuden Saor', ca. 1903

In 1947 werd de Joodse gemeente van Delfzijl bij die van Groningen gevoegd. De synagoge werd in 1948 tot badhuis verbouwd. Tegenwoordig is boven het badhuis het Leger des Heils gevestigd. De begraafplaats te Farmsum wordt sinds 1952 door het gemeentebestuur van Delfzijl onderhouden.

Een monument in het gemeentehuis, dat in 1982 onthuld werd, herinnert aan de verdwenen Joodse gemeente van Delfzijl. Aan de voorgevel van het NS-station van Delfzijl werd in april 1992 een plaquette aangebracht ter herinnering aan de deportatie van de Joodse inwoners, vijftig jaar eerder. In het naburige Termunten werden in 1989 de vermoorde Joden uit die plaats herdacht met een expositie.

Aantal Joden in Delfzijl en omgeving

jaar

1640

5

1660

50

1809

64

1840

109

1869

143

1899

196

1930

134