Cuijk

De Joodse gemeente van Cuijk bestond al in het midden van de achttiende eeuw, blijkens het feit dat de begraafplaats aan de Smidstraat reeds vóór 1761 in gebruik was. De eerste synagoge dateert van vóór 1840 en werd in 1870 vervangen door een nieuw gebouw, gelegen aan de Maasstraat. Omdat de oude begraafplaats vol was, is er in 1870 een nieuw rustoord ingericht op de hoek van de Wilhelminastraat en de Zwaanstraat. De oude begraafplaats werd verkocht en geruimd in 1924. De stoffelijke resten werden naar de nieuwe rustplaats overgebracht.

In 1942 werden het overgrote deel van de Joodse inwoners van Cuijk gedeporteerd en vermoord. Een klein deel wist door onder te duiken te overleven. Na de oorlog is het Joodse leven in Cuijk niet hervat. De gemeente werd in 1947 officieel opgeheven en zeven jaar later bij die van Oss gevoegd. De synagoge doet tegenwoordig dienst als schoonheidssalon; een gedenkteken aan de gevel herinnert aan de gedeporteerde Joden uit Cuijk. De begraafplaats bij de Wilhelminastraat is in 1963 geruimd, waarna de stoffelijke resten naar een afgescheiden deel van de katholieke begraafplaats overgebracht zijn. De grafstenen op deze begraafplaats werden geïnventariseerd in het Stenen Archief.

Aantal Joden in Cuijk en omgeving

jaar

1809

77

1840

162

1869

19

1899

32

1930

15