Bredevoort
In de eerste helft van de zeventiende eeuw wordt er zowel in Bredevoort als in het naburige Aalten gewag gemaakt van Joodse inwoners. Rond 1700 vestigt zich in Bredevoort een Joodse handelaar in manufacturen die ten huize van een plaatsgenoot een synagoge inricht. In 1714 wordt deze huissynagoge in een ander pand gevestigd. Deze synagoge werd ook bezocht door Joden uit Aalten en Lichtenvoorde.
Er is een studieboek uit 1747 bewaard gebleven, wat doet vermoeden dat er in de tweede helft van de achttiende eeuw godsdienstlessen in Bredevoort plaatsvonden. In 1821 werd Bredevoort nog tot de Joodse gemeente Winterswijk gerekend, rond 1830 wordt het een zelfstandige Joodse gemeente. De achttiende-eeuwse synagoge werd gerestaureerd en in het begin van de zestiger jaren weer in gebruik genomen. Kort daarop loopt de Bredevoortse gemeente in omvang gestaag terug.
Er zijn aan het einde van de negentiende eeuw onvoldoende leden voor het regelmatig houden van synagogediensten. In 1900 werd de Joodse gemeente van Bredevoort opgeheven en bij die van Aalten gevoegd. Het gebouw aan de Vismarkt 9 heeft echter nog tot aan de Eerste Wereldoorlog als synagoge gediend. Rond 1920 werd het tot woonhuis verbouwd, tegenwoordig staat het op de monumentenlijst.
De kleine Joodse begraafplaats achter de Hozenstraat is geruimd, de grotere aan de Prins Mauritsstraat wordt door de gemeente Aalten onderhouden.
Aantal Joden in Bredevoort en omgeving
jaar
1809
37
1840
ca. 30