Borculo
Borculo is een van de eerste plaatsen in het oosten van het land waar zich Joden gevestigd hebben. Rond het midden van de zeventiende eeuw werd er reeds melding gemaakt van Joodse inwoners in de plaats en in het naburige Neede. Over de feitelijke oprichting van de Joodse gemeente in Borculo, die in de achttiende eeuw plaatsgevonden moet hebben, is niets bekend.
De oude Joodse begraafplaats aan de Lange Wal dateert uit dezelfde periode. Rond 1820 werd een nieuwe begraafplaats aan de Deugenweerd bij de Van Coevordenstraat in gebruik genomen. De synagoge aan de Weverstraat werd in 1842 gebouwd, voordien werden de diensten in een woonhuis gehouden.
In de tweede helft van de negentiende eeuw groeide de Joodse gemeenschap van Borculo gestaag. De plaats werd bekend als centrum van Joodse studiën. Binnen de gemeente waren ook een vrouwengenootschap, een liefdadigheidsvereniging voor hulp aan zieken en stervenden en het begeleiden van begrafenissen, een jeugdbeweging ter bevordering van het Joods bewustzijn en een toneelvereniging actief.
In 1925 werd Borculo door een wervelwind getroffen, waarbij de synagoge op een wonderbaarlijke wijze gespaard bleef, maar de Joodse school verwoest werd. Een aantal Joodse families droeg in belangrijke mate bij tot de industriële ontwikkeling van Borculo. Enige leden van deze families zaten in de eerste helft van deze eeuw in de gemeenteraad.
Tijdens de bezetting werden de Joden van Borculo net als elders het slachtoffer van de anti-Joodse maatregelen van de bezetter. In juli 1941 werd de synagoge door Nederlandse sympathisanten van de Duitse bezetter in brand gestoken. De Tora-rollen en de rituele voorwerpen waren tevoren reeds in veiligheid gebracht, maar het gebouw werd zwaar beschadigd. Opmerkelijk is, dat gedurende de bezetting relatief veel Joden ondergedoken zijn, namelijk bijna de helft. De overige Joodse inwoners van Borculo werden naar de concentratiekampen in het oosten gedeporteerd en zijn daar omgekomen.
Na de oorlog maakte de Joodse gemeenschap tot 1980 gebruik van het voormalige schoolgebouw voor haar godsdienstoefeningen. In dat jaar werd de Joodse gemeente opgeheven en bij die van Winterswijk gevoegd. In 1989 werd de Joodse begraafplaats gerestaureerd. De verantwoordelijkheid voor het onderhoud berust tegenwoordig bij de plaatselijke overheid.
In het reinigingshuisje op de Joodse begraafplaats is in 1997 een plaquette onthuld met de namen van de in de Tweede Wereldoorlog omgebrachte Joodse inwoners van Borculo. Het ligt in de bedoeling dat een tweede plaquette een plaats zal krijgen in de voormalige synagoge. Dit gebouw werd in juli 1999 aangekocht door de Historische Vereniging Borculo en in 2000 overgedragen aan Stichting Synagoge Borculo.
In november 2002 heeft de stichting ook het achter de synagoge aan de Weverstraat gelegen mikwe in bezit gekregen. De restauratie van synagoge en mikwe werd in 2008 voltooid. In oktober 2011 is in de synagoge van Borculo het Educatief Joods Museum geopend. Er is een expositie op de vrouwengalerij.
Ook in het nabijgelegen Neede was al sinds de achttiende eeuw sprake van een Joodse gemeenschap. Deze werd in 1813 officieel aan de Joodse gemeente Eibergen toegevoegd. In de twintigste eeuw woonde er in de plaats nog een aantal Joodse families. Een tiental Joden uit Neede hield zich in de oorlog in een bos in de omgeving verscholen, maar werd in mei 1943 door de Duitse-bezetters ontdekt.
Ook in Ruurlo woonden vanaf het midden van de achttiende eeuw enige Joden, die in Borculo naar de synagoge gingen.
Alle graven op de Joodse begraafplaats zijn geïnventariseerd in het Stenen Archief.
Aantal Joden in Borculo en omgeving
jaar
1809
77
1840
110
1869
146
1899
163
1930
139
1951
48
1971
54