Amersfoort
De geschiedenis van Joods Amersfoort vangt aan in het midden van de zeventiende eeuw. Rond 1650 vestigden de eerste Portugese Joden zich er en tien jaar later verkreeg de eerste Jood het burgerrecht. Al spoedig kwam er ook een aantal Hoogduitse Joden naar Amersfoort en in 1676 werd één van hen pachter van de stedelijke Bank van Lening.
Aanvankelijk werden gezamenlijke synagogediensten in een woonhuis gehouden. Rond 1700 werd een kleine begraafplaats in gericht aan de Bloemendaalse Poort. De Joodse gemeenschap in Amersfoort groeide gestaag en kon zich, mede door de belangen in de tabakshandel, verheugen in de bescherming van het stadsbestuur. Het numerieke overwicht van de Hoogduitse Joden leidde ertoe dat zij in 1727 een synagoge konden laten bouwen in het Juffersgat. De Portugese gemeente kwijnde langzaam weg.
Eén van de telgen uit een belangrijk geslacht van tabakshandelaren, Benjamin Cohen, was een fervent patriot en verleende tijdens de onrusten van 1787 twee maal onderdak aan stadhouder Willem V en diens echtgenote in zijn huis aan de Zuidsingel.
De Joodse gemeente van Amersfoort was zeer behoudend. Zo verzetten de leiders zich tegen de verlichte maatregelen van het Consistorie aan het begin van de negentiende eeuw en aanvankelijk ook tegen de verordeningen van de regering van koning Willem I. Van 1814 tot 1917 was Amersfoort de standplaats van het opperrabbinaat van de provincie Utrecht.
Een conflict binnen de gemeente leidde in 1867 tot de oprichting van een tweede synagoge, dicht bij de Korte Gracht. In 1873 werd een stuk land langs de Soesterstraatweg aangekocht om een nieuwe begraafplaats in te richten.
Naast een godsdienstschool kende de Joodse gemeente van Amersfoort ook een bloeiend verenigingsleven. Er was een genootschap dat zorg droeg voor de begrafenissen, een andere vereniging hield zich bezig met ziekenzorg en met bejaardenzorg. Een vrouwengenootschap bedreef liefdadigheid en zorgde voor het onderhoud van de rituele voorwerpen. Daarnaast waren er twee studiegezelschappen, een cultureel genootschap en een toneelvereniging. In de twintigste eeuw ontplooide de Amersfoortse Joodse gemeenschap ook zionistische activiteiten.
Tijdens de Duitse bezetting werd een Joodse school opgericht voor de kinderen die vanaf september 1941 uit het openbare onderwijs waren verwijderd. Tussen augustus 1942 en april 1943 werden de Amersfoortse Joden gedwongen hun woonplaats te verlaten. Via Westerbork zijn zij weggevoerd naar de concentratiekampen in het oosten en daar omgebracht. Een relatief groot aantal Joden uit Amersfoort en omgeving wist door onder te duiken de oorlog te overleven.
In de buurt van Amersfoort bevond zich het gelijknamige Polizeiliches Durchgangslager dat in augustus 1941 in gebruik genomen werd. In dit beruchte kamp gold het 'Judenkommando" als de ergste van alle arbeidseenheden. Sinds april 2000 is in het voormalige Kamp Amersfoort een herinneringscentrum gevestigd.
Na 1945 werd de Joodse gemeente Amersfoort heropgericht. De synagoge aan de Drieringensteeg werd weer in gebruik genomen, hoewel het interieur in de oorlog geheel verwoest was. In 1949 werd de synagoge volledig gerestaureerd
Van 1960 tot 2008 bevond zich in Amersfoort, naast een volledig functionerende Joodse gemeenschap, ook het psychiatrische ziekenhuis 'Sinai' van de Centrale Vereniging voor de Joodse Geestelijke Gezondheidszorg. Het Sinai-centrum verhuisde in 2008 naar Amsterdam.
Dankzij het initiatief van het comité 'Lezikaron' bevindt zich sinds maart 1999 in het Museum Flehite een gedenkteken voor de omgebrachte Joodse medeburgers in de vorm van een gedenkrol met 333 namen. Deze rol zal een definitieve plaats krijgen in het gemeentelijke informatiecentrum De Observant.
In juni 2000 werden bij verbouwingswerkzaamheden in het pand Muurhuizen 26 restanten aangetroffen van het in 1737 naast de synagoge gebouwde mikwe, dat tot 1943 in gebruik is geweest.
Op het terrein van kamp Amersfoort is in mei 2013 een holocaustmonument onthuld. Het monument bestaat uit een betonreliëf dat zich oorspronkelijk aan de voorgevel van het Apeldoornsche Bosch bevond.
Aantal Joden in Amersfoort en omgeving
jaar
1809
350
1849
456
1869
465
1899
383
1930
398
1951
230
1971
164
1998
128