Matze
Matze, ook wel matzah of matza, is dun, ongezuurd brood dat traditioneel gegeten wordt tijdens het Joodse Pesach (ook bekend als het Feest van de Ongezuurde Broden). Matzes spelen een belangrijke rol in de Pesach-traditie, omdat het eten van gerezen producten tijdens dit feest verboden is volgens de Joodse wet.
Matzes worden gemaakt met alleen meel en water, en het deeg wordt snel bereid en gebakken, waardoor het geen tijd heeft om te rijzen. Hierdoor blijft het brood plat en ongezuurd. Het resultaat is een dun, knapperig brood dat lijkt op een cracker.
Tijdens Pesach eten Joden matzes als een herinnering aan de haastige uittocht uit Egypte, waarin het volk Israël geen tijd had om brood te laten rijzen. Matzes kunnen op verschillende manieren worden gegeten, zoals met boter, kaas, charoset (een mengsel van fruit, noten en wijn) of als onderdeel van andere gerechten.