Koenraad Huib Gezang

Artikel

Tastbare herinnering uit het Joods Monument

Eind oktober 1942 wordt bij de Crèche, tegenover de Hollandsche Schouwburg, het vondelingetje Remi van Duinwijck afgegeven. De baby is voor de deur van de familie De Bunt aan de Duinwijckweg 1 in Bloemendaal te vondeling gelegd. Nadat de familie aangifte doet bij de politie, volgt er een onderzoek dat niets oplevert. Het jongetje wordt in het gezin De Bunt opgenomen en op 26 oktober ingeschreven in de gemeente Bloemendaal onder de naam Remi van Duinwijck, genoemd naar de weg waar hij is gevonden; zijn voornaam verwijst naar de hoofdpersoon uit het bekende boek Alleen op de wereld van Hector Malot.

Drie dagen later komt de politie langs. De familie moet het jongetje op last van de Sicherheitspolizei de volgende ochtend naar de Euterpestraat in Amsterdam brengen. Daar gaat men ervan uit dat het om een Joods kindje gaat. Vanaf 15 januari 1943 zullen sowieso alle vondelingen als Joodse kinderen worden beschouwd. De familie De Bunt probeert het kindje terug te krijgen, maar dat lukt niet. Remi wordt naar de Hollandsche Schouwburg gebracht.

In 2002 wordt de ware identiteit van het jongetje duidelijk. Hij heette Koenraad Huib Gezang, en woonde met zijn ouders Maurits Gezang en Florence Goudeket en broer Edward in Den Haag-Kijkduin. Vader Maurits zat al vanaf het begin van de bezetting in het verzet. Het gezin dook op 13 augustus 1942 onder. Om de kans op overleven te vergroten moest ieder apart. De kleine Koen verbleef eerst bij een tante en vervolgens bij een familie die het jongetje op 16 oktober te vondeling legde. Na de oorlog heeft Maurits uitgezocht wat er met Koentje is gebeurd, maar spreekt daar verder niet over. Koenraads broer had foto's van hem uit de Crèche in Amsterdam en doet vele jaren later een oproep. En dan komen twee verhalen bij elkaar: dat van Remi en Koentje.   

Koenraad zit tot 14 april 1943 in de Crèche en wordt het lievelingetje van de directrice Henriëtte Pimentel. Ook de kinderverzorgsters zijn dol op hem en een van de Duitse bewakers geeft hem speelgoed, waaronder een beer. Met zijn diepblauwe ogen weet hij zelfs SS-Hauptsturmführer Ferdinand aus der Fünten te vertederen. Koenraad kan dan ook niet meer onopvallend uit de Crèche worden gesmokkeld. In april 1943 wordt hij naar Westerbork gevoerd, de beer gaat mee. Op 18 mei 1943 gaat hij op transport naar Sobibor. Van dit transport overleefd niemand de oorlog. Ook Koenraads moeder wordt in Sobibor vermoord.