Joden in Berlijn. Een hoge prijs voor integratie

Archief
tot 6 april

​Het Joods Museum presenteerde vanaf 13 december 1996 de tentoonstelling Joden in Berlijn, een internationale primeur. Hoogtepunten uit het Joods Museum en het Stadsmuseum in Berlijn werden voor het eerst in het buitenland tentoongesteld. Eind 1998 kreeg de Berlijns-joodse collectie een vaste plaats in een spectaculaire nieuwbouw, ontworpen door de architect en filosoof Daniel Libeskind, aan het Stadsmuseum in Berlijn.

De zig-zag lijn van deze aanbouw geeft uitdrukking aan een bewogen geschiedenis, die begon in 1671 en doorloopt tot vandaag. De tentoonstelling Joden in Berlijn vormde bovendien de afsluiting van het tweede eeuwfeest van de burgerlijke gelijkstelling van de Joden in Nederland. De Joodse gemeenschap in Berlijn was lange tijd gezichtsbepalend voor het jodendom. Een centrale rol speelde de filosoof Moses Mendelssohn (1729-1786), de belangrijkste vertegenwoordiger van de Joodse Verlichting. Hij combineerde een traditioneel Joodse levenswijze met betrokkenheid bij de omringende cultuur.

De geschiedenis van de Joden in Berlijn begon in 1671, toen slechts enkele families het recht kregen om zich in deze stad te vestigen. Voorwaarde was dat zij welgesteld waren. Tegen betaling ontvingen zij dan woonrecht en mochten zij handel drijven. Arme Joden mochten alleen komen wanneer zij werk hadden bij een Joodse familie of de Joodse gemeente. Het Emancipatie-edict van 1812 en ook de revolutie in 1848 leidden niet tot politieke gelijkstelling. In Nederland ontvingen Joden in 1796 burgerrechten, die wel bevochten moesten worden, maar nooit werden herroepen. De gelijkberechtiging die de Joden bij de stichting van het Duitse keizerrijk in 1871 verwierf, bleef altijd onder druk van vooroordeel en discriminatie staan.

Joden trachtten zich aan te passen aan de Duitse cultuur, soms ten koste van hun eigen etnische identiteit. Als bankier, ondernemer of koopman leverden zij een belangrijke bijdrage aan de economische vooruitgang van de metropool Berlijn. Ook in het culturele leven van de stad was de invloed van Joden duidelijk aanwezig. Max Liebermann behoorde tot de meest gevierde kunstenaars van Berlijn. De Joodse religie werd hervormd en exemplarisch hiervoor was de invoering van een koor, orgel, Duitse gebeden en preken in de hoofdsynagoge aan de Oranienburgerstrasse. Aan het eind van de negentiende eeuw bleek aanpassing echter toch geen garantie te bieden tegen sociaal isolement en antisemitisme.

Illustratief voor de onzekere situatie van de Joden in het Duitse openbare leven was de opkomst en val van Walther Rathenau (1867-1922). Hij was slechts vijf maanden minister van Buitenlandse Zaken toen hij werd vermoord als gevolg van het groeiende nationalisme. Belangrijk topstuk in de tentoonstelling was een levensgroot portret van deze patriottische Jood, geschilderd door Edvard Munch. Na de machtsovername van de nazi's in 1933 werden Joden volledig van hun rechten beroofd en in 1939 brak de oorlog uit. Van de 160.000 Joden die het vooroorlogse Berlijn telde, emigreerde de helft. Van de rest overleefden slechts zesduizend Joden het Hitler-regime.

Deze tentoonstelling is niet langer te bezoeken.
Bekijk de agenda voor actuele tentoonstellingen en activiteiten.