Leerdam

In Leerdam hebben zich al vrij vroeg joden gevestigd. Vanaf de twintiger jaren van de zeventiende eeuw werd de plaatselijke Bank van Lening een aantal malen door een joodse pachter beheerd. In de achttiende eeuw nam het aantal joden toe, zij waren onder andere uit Middelburg afkomstig. Aanvankelijk werden de godsdienstoefeningen gehouden in een gehuurde zaal, in 1827 werd een synagoge in de Nieuwstraat gebouwd. In 1854 werd dit gebouw vervangen door de synagoge die tot 1935 in gebruik is geweest.

Prentbriefkaart van de Joodse begraafplaats in Leerdam, ca. 1964

Prentbriefkaart van de Joodse begraafplaats in Leerdam, ca. 1964

De joodse gemeente van Leerdam heeft in de loop der tijden de beschikking over meerdere begraafplaatsen gehad. Al in de zeventiende eeuw moet er volgens de bronnen in Leerdam een 'Jodenkerckhoff' geweest zijn, waarvan de locatie tot op heden onbekend is. Vanaf 1767 maakte de joodse bevolking van Leerdam gebruik van een begraafplaats bij de Hoogpoort. Als derde begraafplaats werd in 1832 een deel van de Algemene Begraafplaats aangekocht. Omdat er geen toestemming verkregen kon worden voor een noodzakelijke uitbreiding werd in 1845 een stuk land aan de Lingedijk aangekocht en als dodenakker in gebruik genomen. De twee oudere begraafplaatsen zijn in de jaren zestig van de twintigste eeuw geruimd, de begraafplaats aan de Lingedijk bestaat nog steeds.

Buiten Leerdam, aan het Appeldijkje in Asperen, ligt een kleine joodse begraafplaats die privé-eigendom was. Van de graven, die tussen 1870 en 1911 aangelegd zijn, resten tegenwoordig nog zeven zerken. Deze begraafplaats werd geïnventariseerd in het Stenen Archief.

Een aantal joodse Leerdammers oefende het beroep van slager of veehandelaar uit. Daarnaast waren enigen actief als handelaar in lompen, textiel en meubelen en als horlogemaker en zilversmid. De joodse kinderen van Leerdam kregen les van een godsdienstonderwijzer. Daarnaast bestonden er in de plaats enige genootschappen voor vrouwen en voor mannen die zich bezig hielden met godsdienstige, maatschappelijke en sociale activiteiten. In 1907 nog werd een nieuwe godsdienstschool geopend, maar daarna nam het joodse leven in Leerdam langzamerhand af. In 1934 deed het bestuur van de gemeente aan de Permanente Commissie van het NIK een verzoek tot opheffing, waarna de joodse gemeente van Leerdam in 1937 definitief bij die van Gorinchem gevoegd werd.
De joodse begraafplaatsen te Asperen en Leerdam worden momenteel door het plaatselijk bestuur van Leerdam en Lingewaal onderhouden.

Aantal Joden in Leerdam en omgeving

jaar

1809

69

1840

50

1869

56

1899

58

1930

16