In de synagoge wordt het verhaal van Israël Jacobs verteld. Vanaf 31 oktober 1940 tot 16 augustus 1942 schreef hij enkele malen per week in een schrift ‘gebeurtenissen’ uit het dagelijkse leven op. Zoals hij zelf schreef, was het geen dagboek, maar wel het noteren van ‘verschillende belangrijke dagelijkse voorvallen’. Dit geeft een beeld van de oorlog op dat moment en de veranderingen die dat teweeg bracht. Israël Jacobs woonde met zijn ouders en zus Rebekka in Emmen. Het gezin bezocht regelmatig de synagoge. Israël en zijn ouders werden vermoord in concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz. Rebekka wist te vluchten naar Israël waar ze trouwde en drie kinderen kreeg. Ze overleed daar in 2010. Het verhaal wordt verteld door Peter Kraan.
Aansluitend volgt een gezamenlijke afsluiting van de dag.