Grave

Volgens bronnen uit de vijftiende eeuw hebben er tegen het einde van de Middeleeuwen al enige Joden in Grave gewoond. Van een echte gemeente was pas sprake in de eerste helft van de negentiende eeuw.

Aanvankelijk vielen de Joden van Grave onder het gezag van de Joodse gemeente Cuijk. Rond 1842 kregen zij de status van zelfstandige gemeente. Op de hoek van de Oliestraat en de Korte Roggestraat werd in 1871 een synagoge gebouwd. De doden werden begraven op een apart gedeelte van de Algemene Begraafplaats aan de Estersveldlaan.

De Joodse gemeenschap van Grave bleef bescheiden van omvang en was op haar grootst in 1869. Daarna liep het aantal Joodse inwoners van Grave gestaag terug, zodat de gemeente in feite reeds voor de oorlog had opgehouden te bestaan.

De laatste Joodse inwoners van Grave zijn tijdens de bezetting gedeporteerd en in Polen vermoord. De synagoge is tijdens de oorlog leeggeroofd. In 1947 is de Joodse gemeente van Grave officieel opgeheven en bij die van Oss gevoegd. Het synagogegebouw werd in 1952 verkocht en deed aanvankelijk dienst als kerk. In 1981 is het verbouwd tot woonhuis. De begraafplaats wordt door de plaatselijke gemeente onderhouden. De grafstenen op deze begraafplaats zijn geïnventariseerd in het Stenen Archief.

Aantal Joden in Grave en omgeving

jaar

1809

7

1840

61

1869

63

1899

46

1930

10