Wat te doen als burgemeester als je land in oorlog is en de Duitse bezetter de dienst uitmaakt? Probeer je er het beste van te maken en je stad te behoeden voor erger? Of stap je direct op, omdat je principieel weigert voor de bezetter te werken? Burgemeester Hendrik Carel Leemhorst van Hoorn deed dat, zoals bijna alle burgemeesters, na de capitulatie in 1940 in elk geval niet. Sterker nog, hij verstrekte de bezetter zelfs een lijst met de persoons- en adresgegevens van Hoornse mannen (18-45 jaar). Zomer 1942 dook hij onder mysterieuze omstandigheden onder, maar ontving wel staatspensioen. Leemhorst werd opgevolgd door NSB-burgemeester Hendrik Schottee de Vries. Nadat deze 9 maanden later plotseling overleed, kreeg Hoorn een nieuwe NSB-burgemeester: Johannes Zondervan. Direct na de bevrijding had Hoorn nog een burgemeester voor twee dagen: C. Kroon. Daarna keerde Leemhorst ondanks bezwaren van het verzet terug: niet gezuiverd maar evenmin ontslagen.