De Nieuwe Synagoge

Artikel

Begin achttiende eeuw groeide de Joodse gemeente van Amsterdam zo hard dat er naast de drie synagogen die er al op de hoek van het huidige Jonas Daniël Meijerplein stonden, plannen gemaakt werden voor een nieuwe synagoge. In 1730 werd een kleine synagoge geopend. In 1752 werd op diezelfde plek de Nieuwe Synagoge ingewijd, het grootste gebouw van het huidige synagogencomplex, nu deel van het Joods Museum.

Een Nieuwe Synagoge in 1752

Hoewel er begin achttiende eeuw inmiddels drie synagogen naast elkaar stonden op de hoek van de Deventer Houtmarkt (het huidige Jonas Daniel Meijerplein) in de Amsterdamse Jodenbuurt, was er door de aanhoudende groei van de gemeente nog steeds sprake van ruimtegebrek. Daarom werd er een leeg perceel aan de Deventer Houtmarkt gekocht voor de vestiging van een extra synagoge.

Op 17 juli 1730 werd de eerste Nieuwe Synagoge ingewijd. Dit was een relatief klein gebouw. Tegen 1750 werden nog eens vier belendende percelen aangekocht. In één daarvan woonde opperrabbijn Arjeh Leib ben Saul, de stichter van het Hoogduitse Beth Hamidrasj Ets Chaim. Al deze gebouwtjes, ook de vrij nieuwe synagoge van 1730, werden afgebroken om plaats te maken voor een nieuw, veel groter gebouw. Dit is de huidige Nieuwe Synagoge.

Bijzonder beeld: Het uitgaan van de Nieuwe Synagoge

Talloze malen is het gebeurd: een synagoge in de oude Amsterdamse Jodenbuurt gaat uit. Een bijna triviaal gebeuren en daarom maar zelden op foto vastgelegd. De fotocollectie van het Joods Museum bevat maar één foto die daar een beeld van geeft. Deze foto is omstreeks 1930 gemaakt en geeft een inkijkje in het Joods-religieuze leven in Amsterdam voor de oorlog. We zien niet alleen het gebouw maar ook de mensen die er kwamen.

Het gebouw: 'Poort van de Eeuwige'

Het ontwerp van de Nieuwe Synagoge is toegeschreven aan stadsbouwmeester Gerard Frederik Maybaum. De vloeroppervlakte van het gebouw meet ruim 19 x 19 meter, waardoor het de grootste van de vier synagogen in het Hoogduits Synagogencomplex is. Het bouwplan en interieur komt grotendeels overeen met dat van de Grote Synagoge. Ook hier dragen vier gemarmerde kolommen de gewelven en galerijen. In tegenstelling tot de Grote Synagoge heeft de Nieuwe echter slechts twee galerijen, die langs de zijgevels lopen. Het meest opvallende aan de synagoge is de fraaie centrale lichtkoepel. De synagoge bood plaats aan 596 mannen en aan 376 vrouwen.

De Nieuwe Synagoge werd ingewijd op 25 maart 1752. In de loop van de tijd heeft het gebouw maar weinig veranderingen ondergaan. In 1923 zijn de vensters naast de Ark dichtgemetseld, maar verder verkeerde de synagoge tot de Tweede Wereldoorlog nog praktisch in oorspronkelijke staat.

Boven de oorspronkelijke hoofdingang aan het huidige Jonas Daniël Meijerplein zijn enkele Hebreeuwse teksten te vinden. Het bovenste opschrift, een citaat van Psalm 14:7 bevat het jaartal van de inwijding, daaronder staat: 'dit is de poort van de Eeuwige, mogen de rechtvaardigen hier binnengaan' (Psalm 118:20).

Neergang van het Hoogduits Synagogencomplex

In de eerste decennia van de 20ste eeuw nam de betekenis van de Hoogduitse synagogen af, als gevolg van de toenemende ontkerkelijking en het vertrek van Joden uit de oude Jodenbuurt naar nieuwe woonwijken. Dit proces werd versneld toen vanaf 1911 de Joodse buurt Uilenburg werd gesaneerd. De Tweede Wereldoorlog maakte definitief een einde aan de bloeitijd van het Synagogencomplex als religieus centrum van de Hoogduitse Joden van Amsterdam.

In 1943, na de laatste dienst in de Grote Synagoge, werd het synagogencomplex verlaten en in de hongerwinter geplunderd. Tijdens de Duitse bezetting is het interieur van de Nieuwe Synagoge zwaar beschadigd. De imposante mahoniehouten bima en de rijk bewerkte Ark zijn gesloopt, de kandelaars, lichtkronen en andere objecten geroofd. Na de bevrijding zijn van het interieur alleen nog fragmenten van de Ark zichtbaar.

Van gebedshuis tot museum

Na de oorlog zijn de synagogen in het complex niet meer als zodanig in gebruik geweest. Vanaf 1954 werd de Gemeente Amsterdam eigenaar van het complex en deze zorgde ervoor dat het bijzondere dak en de koepeltoren van de Nieuwe Synagoge werden gerestaureerd. Voor het symbolische bedrag van één gulden werd het hele complex in 1974 aangekocht door het Joods Museum, toen nog gevestigd in de Waag op de Nieuwmarkt.

Na een ingrijpende verbouwing was de Nieuwe Synagoge vanaf 1987 weer toegankelijk voor publiek, nu als onderdeel van het Joods Museum.

Het museum omvat de Grote Synagoge, de Nieuwe Synagoge, de Obbene Sjoel en de Dritt Sjoel. De gebouwen zijn zodanig met elkaar verbonden dat zij één geheel vormen, maar nog wel van elkaar te onderscheiden zijn. Tussen de Grote en de Nieuwe Synagoge loopt de met glas en staal overkapte Sjoelgasse.

In 2006 werd het complex opnieuw verbouwd. Onder de Nieuwe Synagoge werd de kelder uitgegraven, om daar een prentenkabinet en auditorium te huisvesten. Tijdens het graven kwam een oud mikwe en een oude waterput tevoorschijn.

Tegenwoordig wordt de begane grond gebruikt voor wisselende tentoonstellingen en op de galerij is een permanente presentatie over de geschiedenis van de Joden in Nederland vanaf 1900 ingericht.