De Rintel-chanoekia
De ‘Rintel-chanoekia’ is onlosmakelijk verbonden met de Grote Synagoge. Sara Rintel schenkt deze monumentale, zilveren kandelaar in 1753 aan de Hoogduitse Joodse Gemeente. Vanaf dat moment wordt de chanoekia in de Grote Synagoge gebruikt tijdens Chanoeka, het Joodse lichtfeest. Sara doneert ook bijpassende kaarsen die tijdens de acht dagen van Chanoeka worden aangestoken, elke avond een lichtje extra.
De ‘Rintel-chanoekia’ is tot aan de Tweede Wereldoorlog in de Grote Synagoge gebruikt. Tijdens de Hongerwinter van 1944/45 raakt het gebouw zwaar beschadigd. Bijna alle houten delen van het interieur worden weggehaald. Alleen de marmeren ark blijft intact. De ‘Rintel-chanoekia’ wordt verborgen en raakt zijn houten, gebeeldhouwde voet kwijt. Na de oorlog wordt deze vervangen door een korter, marmeren exemplaar die de statuur van de chanoekia weinig recht doet.
De gemeente Amsterdam koopt het vervallen synagogecomplex in 1954 aan en na grondige renovaties doet het Joods Historisch Museum (nu Joods Museum) er zijn intrek. Het museum krijgt de ‘Rintel-chanoekia’ van de Joodse gemeente in langdurig bruikleen waardoor de kandelaar weer op zijn plek in de Grote Synagoge te zien is. In 2017 koopt het Joods Museum de chanoekia aan. De marmeren voet is in 2019 vervangen door een zwarthouten driepoot, ontworpen door de Nederlandse vormgever Piet Cohen (1935). De strakke vorm en moderne, hoogglans afwerking herinneren aan de breuk met het vooroorlogse uiterlijk van de ‘Rintel-chanoekia’.