Mischa Hillesum

Artikel

Mischa (Michael) Hillesum (Winschoten, 1920-1944) is Etty's jongste broer. Hij geldt als muzikaal wonderkind. In 1931, als hij pas elf jaar oud is, gaat Mischa naar Amsterdam omdat hij daar beter pianoles kan krijgen dan in Deventer. Dat Etty tegelijkertijd naar de hoofdstad verhuist, is voor hun ouders een hele geruststelling.

In Amsterdam gaat Mischa naar het Vossius Gymnasium en komt hij bij een pleeggezin, de familie Horowitz in de Harmoniehof 35. De Horowitzen, een ouder echtpaar, komen net als Mischa's moeder uit Rusland. Op het Vossius heeft Mischa het heel fijn en hij haalt goede cijfers. Door een probleem rond de betaling van het schoolgeld en doordat zijn vader hem op het conservatorium geplaatst wil krijgen, gaat hij echter al na de derde klas van school. Daarna wijdt hij zich geheel aan zijn pianostudie. Het is onduidelijk of hij ook formeel als leerling van het Amsterdams Conservatorium is ingeschreven; in de archieven is hij niet te vinden, maar zijn medestudenten herinneren zich hem wel.

Natuurtalent

Zijn pianoleraar vanaf 1931, als Mischa net in Amsterdam is komen wonen, is George van Renesse, die ook docent aan het conservatorium is. Van Renesse is maar een jaar of tien ouder dan Mischa. Mischa is voor zijn leeftijd erg kinderlijk, hij woont ver van zijn ouders en zijn pleegouders zijn al oud. Hij gaat zich aan zijn pianoleraar hechten en beschouwt hem als een soort vader. Van Renesse merkt op dat Mischa muzikaal gezien het niveau van een conservatoriumstudent al te boven is; hij is een natuurtalent.

Geestelijk labiel

Over zijn geestelijke toestand maakt Van Renesse zich echter ernstige zorgen. Ook Etty maakt zich veel zorgen om haar jongere broertje. Als Mischa in goeden doen is, is hij een leuke, grappige jongen. Als hij piano speelt, is hij in trance en lijkt hij een ander mens. Hij gaat zo op in zijn muziek dat hij zich afsluit van de alledaagse gebeurtenissen. Op zijn slechte momenten is hij nog weer een heel andere Mischa, hij is dan niet aanspreekbaar en drijft weg in waanzin. Al tijdens zijn schooltijd raakt Mischa af en toe in een psychose en blijft dan een paar dagen van school weg.

Als Mischa nog geen achttien is, geeft hij een concert in de Bachzaal. Hij gedraagt zich daar uiterst vreemd, als een robot. Het concert zelf gaat goed, maar zodra hij klaar is met pianospelen belandt hij in een psychose en moet worden opgenomen.

Met de Horowitzen verhuist hij naar de Ruysdaelstraat 32. Hij vertrekt dan bij dit pleeggezin en verhuist in de vijf jaar daarop nog vijf keer. Als hij nog geen zeventien is, heeft hij al op zeven Amsterdamse adressen gewoond, bij verschillende gastgezinnen of kamerverhuurders. Als hij in contact komt met de ruim twintig jaar oudere pianolerares Mien Kuyper-Canté, een knappe en opmerkelijke vrouw, wordt hij daar kind aan huis. Mien is niet zijn lerares, maar steunt hem en wil hem tot grote muzikale hoogte stuwen. Hij krijgt een relatie met Mien, die dan eind dertig is. Mischa is een jaar of zeventien.

In 1938, na het concert in de Bachzaal, wordt hij opgenomen in de joodse psychiatrische inrichting het Apeldoornsche Bosch wegens schizofrenie. Hij blijft hier ruim een jaar, maar ook hierna blijft hij geestelijk erg labiel. Na zijn vertrek uit Apeldoorn keert hij niet naar Amsterdam terug, maar trekt hij weer in bij zijn ouders in Deventer.

Alle drie de kinderen Hillesum hebben bijzondere talenten, maar alle drie hebben ze ook psychische aandoeningen en ze vrezen dat ze erfelijk belast zijn. Zowel Jaap als Mischa moeten regelmatig worden opgenomen. Etty weet nog het best om te gaan met haar psychische conflicten, onder meer doordat zij haar gedachten en gevoelens op schrift weet te ordenen. Haar angst erfelijk belast te zijn maakt dat ze absoluut geen kinderen wil krijgen. Als ze per ongeluk in verwachting raakt eind 1941, terwijl Mischa kort daarvoor weer is afgevoerd naar een psychiatrische inrichting, ondergaat ze dan ook een abortus.

Dagboekfragment Etty Hillesum, november 1941

Toen Mischa laatst volkomen in de war met geweld werd weggevoerd naar een inrichting en ik het hele tumult als ooggetuige meemaakte, toen heb ik mezelf gezworen dat ik nooit zou toelaten dat er uit mijn schoot zo'n ongelukkig mens zou komen.

Mischa krijgt veel uitnodigingen om concerten te spelen en een vast onderdeel van zijn repertoire is de Marche Funèbre, sonate nr. 2 opus 35, van Chopin die ook zijn lievelingscomponist is. Mischa is zeer eigenzinnig en als hij een keer mag meedoen aan een competitie voor een rijksstudiebeurs, bevalt hem het opgedragen stuk niet en trekt hij letterlijk een lange neus naar de jury, waarna de jury voor een andere pianist kiest.

Later speelt hij ook op avondjes bij Julius Spier thuis. Ook Spier bekommert zich om Mischa's geestesgesteldheid en Etty stelt Mischa voor dat hij zich onder behandeling van Spier stelt, wat hij uiteindelijk ook doet. Zo wordt Spier ook Mischa's therapeut. Etty is daar blij mee:

Dagboekfragment, 24 oktober 1941

Nu de analyse van Mischa uitwerken. Het is veel te belangrijk dat hij zo goed reageerde door de telefoon. Men moet niet te optimistisch zijn, maar hij verdient geholpen te worden. Zolang men door het kleinste gaatje toegang tot hem kan krijgen, moet men daarvan profiteren. Misschien kan het hem later in het leven iets helpen.

Mischa's naam dringt door in gevestigde muziekkringen en hij komt in contact met belangrijke musici en met allerlei kunstenaars, voor een deel Joodse vluchtelingen uit nazi-Duitsland die zich in Amsterdam vestigen. Tijdens de bezetting speelt Mischa in Amsterdam vaak op de zogenaamde 'zwarte avonden'; Joodse kunstenaars mogen vanaf september 1941 niet meer in het openbaar optreden en zijn dus aangewezen op huisconcerten. Tijdens die muziekavonden kan Etty vaak niet genieten van Mischa's pianospel, omdat ze zich alsmaar afvraagt wat er zich achter de vleugel afspeelt. Als dan ook nog haar ouders aanwezig zijn, haar moeder die zoveel aandacht opeist, kan zij zich helemaal niet meer concentreren.

Dagboekfragment, 30 november 1941

's Avonds Mischa. Ik had er eerst tegenop gezien. Weet z.g. te veel wat erachter zit, achter dat masker als hij achter de piano zit en kan dan niet meer genieten van z'n muziek. Was nu anders. Werkelijk diep ontroerd door z'n spel en heb me ook afgevraagd of ik wel het juiste begrip van z'n persoonlijkheid heb, of ik hem ook niet te eenzijdig uit een krampachtig familiecomplex zie en hem daardoor onrecht aandoe in mijn beoordeling.

Mischa gaat zich steeds meer verschuilen achter zijn virtuositeit; afgestompt door de medicatie verliest hij zijn gevoel, dat juist de bron is van zijn bijzondere spel. Naarmate de oorlog vordert, wordt hij steeds meer op zichzelf teruggeworpen en zijn psychische instortingen en de opnames in inrichtingen maken het er niet beter op. Hij trekt zich meer en meer terug in zijn pianospel.

Verschillende mensen proberen Mischa van deportatie te vrijwaren, zoals de violiste Lola Mees en vriendin Milli Ortmann in samenwerking met Mien Kuyper, conservatoriumdirecteur Willem Andriessen en dirigent Willem Mengelberg. Ook voor de rest van het gezin Hillesum doen vrienden en bekenden hun best. Hoewel er voor de Hillesums mogelijkheden zijn om onder te duiken, wellicht ook bij Mien Kuyper die in haar grote huis al zeven volwassen Joodse onderduikers heeft, doen ze dit niet om verschillende redenen, onder meer omdat ze denken dat Etty door haar werk bij de Joodse Raad haar familie kan beschermen. Etty en haar vader vinden dat ze hun relaties niet kunnen aanwenden om deportatie naar Westerbork te voorkomen en ook vinden ze dat ze hun lot moeten ondergaan. En Mischa heeft goede papieren om naar Barneveld te kunnen gaan, maar hij wil alleen maar bij zijn ouders blijven. Alleen moeder Riva doet verschillende pogingen om haar gezin te redden.

Nadat Mischa begin 1943 met zijn ouders naar Amsterdam verhuisd is, worden ze samen bij de grote razzia in juni '43 opgepakt en naar Westerbork getransporteerd, waar Etty dan al is. In Westerbork heeft Mischa het op zichzelf niet slecht. Vanwege zijn muzikale talent wordt voor hem een uitzonderingspositie gecreëerd. Hij krijgt bescherming door Willem Mengelberg en mag in Westerbork blijven en krijgt enkele privileges. Zo heeft hij een niet zo zwaar baantje bij het badhuis, waar hij een groot deel van zijn tijd bladmuziek kan bestuderen. Daarnaast mag hij een uur per dag pianospelen; hij heeft een eigen piano in een aparte barak. Muziek is voor Mischa levensnoodzaak.

Als Rauter aan Mischa een plaats aanbiedt in het relatief veilige Barneveld, wijst Mischa dit aanbod af, omdat hij bij zijn ouders wil blijven. Rauter is hierdoor ernstig beledigd. Als dan ook nog eens verschillende verzoekschriften door vrienden van de familie aan Rauter in Den Haag gericht worden, werken deze vervolgens averechts. De maat is vol wanneer ook moeder Hillesum vanuit Westerbork nog een brief aan Rauter schrijft, waarin ze vraagt om dezelfde privileges als haar zoon Mischa. Dit is vermoedelijk de reden dat na tweeënhalve maand in Westerbork op 6 september 1943 de voorkeursbehandeling van Mischa wordt opgeheven en hij de volgende dag met zijn ouders en Etty op transport gesteld wordt. Het kost Mischa veel moeite te accepteren dat zijn uitzonderingspositie is opgeheven. Zoals Etty in haar bagage haar boeken heeft zitten, neemt Mischa in zijn rugzak vier muziekstukken mee.

De rest van alle bladmuziek, die vrienden voor hem naar Westerbork hebben gestuurd, moet hij in Westerbork achterlaten.

Op 7 september 1943 wordt de familie, inclusief Etty maar zonder Jaap, vanuit Westerbork op transport gezet naar Auschwitz. Op 10 september 1943 komen beide ouders ofwel tijdens dit transport om het leven, ofwel ze zijn meteen na aankomst in Auschwitz-Birkenau vergast. Mischa blijft dan nog in Kamp Birkenau. Van hieruit wordt hij met een grote groep mannen tewerkgesteld in concentratiekamp Warschau, waar hij waarschijnlijk ergens tussen 8 oktober 1943 en 31 maart 1944 sterft.

Mogelijk heeft Mischa in 1943 al vermoed dat ze opgehaald zullen worden en wil hij zijn eigen talent, of ook een eerbetoon aan Chopin, nog vastleggen. In elk geval laat hij kort voor zijn vertrek naar Westerbork in eigen beheer in Amsterdam nog een 78-toerenplaat opnemen waarop hij een polonaise van Chopin speelt. Hiervan is maar één kopie bekend. Er zijn ook twee eigen composities van Mischa bekend: 2 preludes voor piano, geschreven in 1939 en 1940. Deze zijn door Mien Kuyper bewaard en later in haar nalatenschap teruggevonden

In januari 2012 werd in de Nieuwe Kerk de biografie Mischa's Spel door Jan Willem Regenhardt gepresenteerd. Bij het boek verscheen een cd met de opnames die pianiste Marianne Boer van Mischa's composities maakte.

In 2014 kreeg het Joods Museum uit een schenking enkele 78-toeren-platen (schellak glasplaat) met opnamen van pisanospel van Mischa Hillesum. Deze privé-opnamen heeft Mischa Hillesum in de periode 1937-1940 laten maken door de Amsterdamse opnamestudio's Sondisko (Keizersgracht 179) en Klankopname Studio's van Wouw (Molenpad 15)